Daan

donderdag 15 november 2012

Lief!

Het is half zes in de ochtend. Ik hoor zachtjes een deur opengaan. Meteen ben ik wakker, sinds de komst van onze kinderen, slaap ik als het ware op hun geluiden. Lastig, maar ik ben er al wel aan gewend. Ik spits mijn oren wat uitgebreider om te horen wie het is. Vier kinderen, dus vier keer kans. Het is op de zolder, dus dan vallen er al twee kinderen af. Zachtjes hoor ik schuifelende voetjes op het laminaat. Ik hoor de deur weer piepend dichtgaan en weet dan dat het Pleun is. Juul laat haar deur namelijk altijd open staan. Heel stil komt ze de trap  af geslopen. Hier en daar kraakt een trede en dan stopt ze even. Als ze beneden is, verwacht ik ze eigenlijk aan mijn kant van het bed. Heerlijk nog even een klein meisje in ons bed, dat tegen me aankruipt en samen dutten we nog even verder tot de wekker gaat.

Tot mijn grote verbazing schuifelt ze niet naar ons bed, maar ze loopt doodleuk naar Daan zijn kamer. Daan, die dan nog in diepe rust is. Iets wat eigenlijk ook niet vaak voorkomt, aangezien hij onze nachtbraker is. Voor ik besef wat ze doet, doet ze zijn deur open, knipt het grote licht aan, groet Daan een goedemorgen en deelt hem mee dat ze 'even' met zijn treinbaan komt spelen. Ik spring als een gek uit bed, doe het licht uit, zet Pleun op de gang en zeg tegen Daan dat het midden in de nacht is en hij nog even verder moet slapen. Helaas, het kwaad is al geschied. Pleun begint te blèren op een dusdanig volume dat er op zolder weer een deur opengaat. Daan begint te mopperen en roept 'ikke uit'.

Ik stuur Pleun naar haar kamer, mopperend kruip ik weer in bed. Dat ze het maar lekker uitzoeken, ik doe gewoon net of ik niks meer hoor. Nu is het papa's beurt. Maar dan hoor ik Daan roepen. Hij is inmiddels uit zijn bed gekomen en staat dus onderaan de zoldertrap om 'Peum' te roepen. 'Peum' reageert en weer gaat die deur open. Ze komt naar beneden en samen gaan ze op Daan zijn kamer spelen met de treinbaan. Ik hoor haar bemoederend tegen hem zeggen, kom maar Daan, ik zal jou helpen. Uitkijken, anders val je. Jij mag deze, dan pak ik die. En dat alles in haar peuterdialect en om kwart voor zes 's morgens.

Samen spelen ze even op Daan zijn kamer en dan besluiten ze dat ze op de kamer van Pleun verder gaan spelen. Weer hoor ik haar bezorgde toon, wanneer hij de zoldertrap op gaat. Goed uitkijken Daan, zegt onze peuter tegen haar vier jaar oudere broer. Hij neemt het klakkeloos aan van haar. Ondanks het vroege tijdstip ben ik ontroerd, zo klein en al zo zorgzaam. Ze voelt haarfijn aan dat Daan meer zorg en hulp nodig heeft dan haar andere broer en zus. Ondanks dat het ook erg confronterend is, hij is en blijft tenslotte haar 'grote' broer, raakt het me wel heel erg. Ik ben geraakt door haar bezorgdheid, haar geduld en de liefde die uit haar stem klinkt. Ons bijdehandtje dat nog drie jaar moet worden. Zo klein nog en al zo'n verantwoordelijkheidsgevoel. Ik hoop dat ze dit vast blijft houden, dat ze Daan blijft zien als een prachtige mannetje dat, ondanks zijn achterstand, haar ook nog zoveel kan leren.

donderdag 8 november 2012

tout en boos

Die Daan van ons...doet ons nog steeds versteld staan. Sinds hij op school zit, gaat hij met sprongen vooruit. Geen sprongetjes, maar hele sprongen zijn het. Hij doet het supergoed en je ziet hem groeien. In alles. Zo ook in zijn emotionele ontwikkeling.

Meneer kan voortaan aardig boos zijn als iets niet volgens zijn plan gaat. Hij bepaalt graag hoe het hier allemaal moet en iedereen moet naar hem luisteren. Nu zijn het hier allemaal wel van die regelaars, die het graag voor een ander regelen, maar de grootste moeite hebben om het voor zichzelf geregeld te krijgen. Aangezien hij echt in een imiteer en kopieerfase zit, is het dus niet zo vreemd dat hij dit ook doet.

Ik kan er soms wel de humor van inzien, maar dat is meestal als het niet bij mij gebeurt. Zo zette hij laatst de televisie uit. Hij ging naar beneden, vond dat het tijd was dat de rest ook mee naar beneden ging en zette zonder pardon de televisie uit. Nog wel op het spannendste moment! Wat volgde kan ik hier alleen maar neerzetten in tekens zoals deze #$*@!!

Ook de emoties beginnen een beetje door te dringen. Maar ook hier geldt dat alleen hij die heeft. Dat andere ook hun emoties kunnen hebben, is nog net iets te hoog gegrepen voor hem. Vaak hoor ik aan wat hij zegt, Juul er in terug en aan hoe hij doet, zie ik Pleun. Hij maakt er ene mooie combinatie van, maar het is wel duidelijk naar de andere kinderen en naar ons toe. Zo ook die ene keer...

Het is ochtend, tijd om te gaan ontbijten. We kunnen aan tafel, de tafel is gedekt. Daan hangt, samen met Juul, voor de televisie. Ik vraag aan Gijs of hij de tv uit wil zetten en Gijs doet dit. Daan begint te mopperen. 'Sijs, jij tout, moppert ie, ikke boos jou.' Hij herhaalt deze zin wel tig keer, zoals hij dat wel vaker doet. In afwachting op een reactie van Gijs of desnoods van iemand anders. Om zijn zin nog kracht bij te zetten, kruist hij zijn armen voor zijn borst en zegt luidruchtig 'soo!' Gijs begint te piepen tegen mij, Daan zegt dat ik stout ben. Ik zag dat Daan niet eens weet wat stout precies betekent en dat hij maar net moet doen alsof hij Daan niet hoort.

Eenmaal met zijn allen aan tafel is Daan zijn boze bui nog niet helemaal gezakt. Hij begint weer over de tievie. Over boos en tout. Hij is alleen vergeten in welke volgorde je het ook alweer moet zeggen. Hij kijkt Gijs nog een keer aan en zegt 'Soo Sijs, ikke tout op jou!' Dat we allemaal hard moeten lachen, maakt het nog vreemder. Hij snapt er nu helemaal niks meer van. Ik aai hem over zijn rug en zeg tegen hem 'dat was wel erg boos van Gijs he?' 'Ja' is daarop zijn antwoord.

frequentie

Ons gezin bestaat uit zes gezinsleden en daarnaast natuurlijk ook nog uit een aantal dierlijke gezinsleden. Ik denk dat van die zes gezinsleden, vier gezinsleden communiceren op frequentie 5 en de andere twee communiceren ieder op hun eigen frequentie. Daan praat en praat en praat. Hij zegt datgene wat hij vindt dat hij moet zeggen, zo op zijn eigen manier en op zijn eigen moment. Vaak is het gekopieerde taal, heeft hij iets ergens opgevangen en papegaait dit dan na. 'Brr koud' is nu een veel gehoorde zin en vervolgens trekt hij buiten zijn jas uit. Geen benul van wat koud nu precies betekent.

Juul daarentegen weet heel erg goed wat ze zegt, wat ze bedoelt. Het vervelende is echter dat zij een compleet andere denkwijze hanteert daarin dan wij dat doen. Het lijkt echt wel of we niet op elkaar zijn afgestemd. Juul zit vast op frequentie 3. Iedereen binnen ons gezin begrijpt elkaar, snapt wat we bedoelen, maar bij Juul lijkt het kwartje niet te vallen. Het lijkt wel of het bij haar op een andere manier binnen komt of we het misschien wel in het chinees zeggen. Ze begrijpt het niet. En wij begrijpen haar ook niet. Kortom er is konstant ruis op beide frequenties.

Zo hebben we tot oneindig veel ruzie en discussie gehad met z'n allen om een rose huis. Juul wist zeker dat we in een rose huis hadden gewoond. Niemand die wist wat ze bedoelde. Ik kon me er ook helemaal niks bij voorstellen. Toen we in ons huidige huis kwamen wonen, was Juul vier maanden oud. Ze kon gewoonweg dat vorige huis niet herinneren. Niet dat dat rose was, maar daar zou ze zich nog in vergist kunnen hebben of er zelf, met haar fantasie, rose van hebben gemaakt.  Maar herinneringen van voor de vier maanden die zijn er niet. Misschien onder hypnose, maar dit kon zij zich echt niet herinneren. Juul bleef echter bij hoog en laag volhouden dat we in een rose huis hadden gewoond. Ze werd er zelf boos om, erg boos. Begon te huilen omdat we niet wisten wat ze bedoelde. Uiteindelijk hebben we de discussie beeïndigd door toe te geven dat we vroeger in een rose huis hadden gewoond. Hehe, we konden allemaal weer verder met eten. Wat een toestand zeg en dat allemaal om een rose huis..

Een week later vraagt Gijs aan mij of we nog eens een keertje op vakantie kunnen gaan, daar waar ze dat zwembad in drie verdiepingen hebben. Ook zo'n lekkere vage vraag, maar ik weet wel meteen wat hij bedoeld. Pas dan valt bij mij het kwartje. Ik moet schuld bekennen aan Juul. We waren destijds in een Roompotpark met gekleurde huisjes en jawel....ons huisje was rose! Had ze het nu maar een beetje duidelijker gebracht, hadden we heel die tranen en gemopper niet door hoeven te maken. Scheelt erg veel gedoe en bij beide partijen irritatie.

Dit is natuurlijk maar een voorbeeldje, maar dit gaat de hele dag eigenlijk zo. Juul doet de meest vreemde dingen, maar vaak zijn ze (na het nodige denkwerk) wel te verklaren. Ze vraagt de dingen vaak op een andere manier. Een manier die voor haar erg logisch is en als je net zoals zij op frequentie 3 communiceert, zul je het meteen begrijpen. Aangezien wij echter op frequentie 5 zitten, begrijpen we haar vragen vaak niet. We vragen al om meer uitleg, duidelijkheid en alleen die vragen zorgen bij haar voor de nodige irritatie, want het is toch heel simpel wat ze vraagt...lastig en erg moeilijk. Het zorgt voor veel onbegrip, een hoog energieverbruik. Ik zou niet weten hoe we haar op frequentie 5 moeten krijgen of onszelf misschien wel op 3. Nu op dit moment is het hopen dat we door de ruis, die er op beide frequenties is, net datgene horen wat we nodig hebben om elkaar te begrijpen.

Tot slot nog even een vraag van Juul, vertaald door ons wat ons ook weer de nodige strijd en moeite heeft gekost. Zo kunnen jullie bepalen op welke frequentie jullie communiceren.

'Als ik als allerlaatste* ben. Wel nummer krijg ik dan?'

vrije vertaling: 'Als ik jarig ben, hoe oud word ik dan?'


* Uitleg: Daan was die dag (27 oktober) jarig. Juul was toen de allerlaatste die van onze vier kinderen jarig zou zijn (eerst Pleun nog (15 januari), daarna Gijs (31 maart), dan Juul (21 mei)). Nu Daan jarig is geweest, is hij de allerlaatste.


woensdag 17 oktober 2012

Check

Checklist om op jezelf te kunnen wonen:

- Eten kunnen koken ----------------------- > check
- Boodschappen kunnen doen ---------- > check
- Geld verdienen ----------------------------- > check
- Stofzuigen en dweilen -------------------- > check
- Wassen en strijken ------------------------ > check


Ik ben boven, even snel de bedden afhalen en laten luchten. Als ik beneden kom, staat Pleun in de keuken. De keukenla is open, het krukje staat eronder. Pleun zit op het bankje, wat in de keuken staat en probeert met een schilmesje een kiwi te snijden. Mijn hart slaat over....tjeetje zeg! Schilmesjes mogen vanaf nu niet meer in de keukenla liggen. Dat ging maar net goed. Pleun kijkt me aan met een blik van 'waar maak je je druk om.' 'Ikke, fuit eten....kiebie.' Ik besluit het krukje te verstoppen. In de kelderkast. Daar zit geen klink aan, die krijgt ze vast niet open. Helaas vormen één erg vindingrijk kind en één sullige goedzak de ideale combinatie om die kelderkastdeur open te krijgen. 'Daan, opuh make' commandeert ze. 'Hier is kukje, mama. Moe nie inne keller. Domme mama.' En ze zucht eens diep.

We gaan boodschappen doen, even eruit. Pleun wil in het karretje en niet in het stoeltje. Ze wil staan, maar na een paar haarscherpe bochten en wat overdreven remwerk van mij, besluit ze toch maar in het stoeltje te gaan zitten. Deze tactiek werkt uiteindelijk het beste. Ik laat ze in de waan dat ze het zelf bedacht heeft, het is echt beter om in het stoeltje te gaan zitten. Ze houdt het boodschappenlijstje en de pen stevig vast. 'Ja, klopt. Mellik' zegt ze, als ik de melk in de kar leg en ze streept het kattenvoer door. 'Oh mama, peer mee. Vin ik jekker.' zegt ze als we langs de groente en fruit afdeling lopen.

Als ik alles heb, gaan we naar de kassa. Pleun helpt mee en legt alles netjes op de band. Uiterste concentratie, want alles wat op de band wordt gelegd, wordt benoemd. Wat ze niet weet, vraagt ze aan mij. Als ik moet betalen, wil zij op het groene knopje duwen. Het is iedere keer weer een verrassing in welk land we die dag zijn, aangezien Pleun tijdens het inpakken van de boodschappen de pinautomaat alvast insteld. Pleun kan betalen in het nederlands, duits en engels. Ze drukt op het groene knopje en voor de pinautomaat na kan denken, heeft ze het pasje er al uitgetrokken. 'Hier mama, bijna fergete.' Het ding slaat op tilt, betaling is voortijdig afgebroken en het hele circus herhaalt zich opnieuw.

Thuis ruim ik de boodschappen op, Pleun helpt mee. Al gauw is ze hiermee klaar en besluit even tv te gaan kijken. Ze pakt het (bovenstaande) krukje, zet het voor de tv-kast, klimt erop en zet de tv aan. Ze pakt de afstandbediening en zet de tv op een dusdanig volume dat het lijkt alsof we in het bejaardentehuis wonen. Voor ze gaat zitten, besluit ze dat ze nog een koek wil. 'Mama, ikke koek van Daan pakken?' vraagt ze voor de formaliteit als ze de koek al in haar handen heeft.

Als de koek op is, is het ook meteen duidelijk wat mijn volgende activiteit wordt. Juist stofzuigen. Pleun 'stopzuigt' mee. Ze doet dit erg grondig, gordijnen, speelgoed en zelfs de kleine tafel wordt afgezogen. Natuurlijk gewoon met de voet van de stofzuiger. Ik heb een verstelbaar stang, maar die mag niet op de laagste stand. Dat doe ik namelijk ook nooit, dus loopt daar een minimensje met een stang die bijna twee keer zolang is, zwaaiend in het rond. Vooraf maak ik de enige correcte deal met haar. We doen het OM DE BEURT. Alleen duurt mijn beurt net iets langer dan die van haar....

Terwijl ik aan het stofzuigen ben, is Pleun verdwenen. Dit is geen goed teken, want vaak vreet ze dan iets uit. Jawel hoor, de wasmachine waarvan ik net had gezien dat hij klaar was, draait weer. Op een programma dat 2 uur en 31 minuten duurt. Er zit niks anders op dan te wachten tot de wasmachine opnieuw klaar is. De vieze was die voor de wasmachine lag, is ook verdwenen. Jawel hoor, die zit in de droger en de droger draait. Ik haal de vieze was eruit en sorteer de schone was die er ook al in zat, eruit. 'Is vies, mama. Blèh.' zegt Pleun die is komen kijken waarom ik vind dat ze haar huishoudelijk taak niet goed heeft uitgevoerd.

Dit zijn natuurlijk maar een paar voorbeelden, er zijn er nog tig op te noemen. Ik noem alleen even het chocolademousse-toetje wat Pleun in de keuken op de grond op zat te eten. Het (witte) bankje in de keuken, de vloer, de keukenkastjes en de handdoek en natuurlijk het betreffende kind, zaten vol met chocolade. Of die keer dat ik de keukenla opentrek en daar wel dertig, normaal gesproken, vochtige doekjes zie liggen. 'Mij hande, vies.' is daarop haar commentaar. Of die keer dat ik vergeten ben de dweil emmer meteen op te ruimen en ik ineens 'ooh' en 'mama' hoor. Emmer is (met inhoud) omgevallen, vloer is zeiknat. Of die keer dat ze besloten heeft dat Puk, ons konijn, wel los mag lopen in de tuin. Jammer dat het hek bij de poort niet dicht is en ik het konijn met de nodige moeite en inspanning bij de buren in de tuin
kan vangen. Wat te denken van die keer dat ze alvast de luier bij Daan had uitgedaan. Daan had gepoept, was wel tig keer in zijn eigen luier gaan staan en had met die poepvoeten diverse keren tussen zijn slaapkamer, onze slaapkamer en de badkamer op en neer gerend. Pleun kan alles zelf, weet alles al, hoeft niks meer te leren. Degene die nog heel veel te leren hebben zijn wij.

Het moge duidelijk zijn. Vanaf volgend jaar kan Pleun op kamers. Ze voldoet keurig aan alle eisen om zelfstandig te kunnen wonen. Ik zie geen reden om haar nog langer thuis te laten wonen en als ze volgend jaar woonruimte heeft gevonden, dan mag ze gaan. Het is zo ook wel lang genoeg geweest, ze woont alweer een hele tijd bij ons, haar ouders en nog thuiswonende broers en zus. Op een gegeven moment is een kind er aan toe om op zichzelf te gaan wonen. Gewoon je eigen regels bepalen, eten wanneer het je uitkomt, doen wat je zelf wil. Opruimen indien nodig en vooral lekker geen zeurende pa of ma in de buurt. Ik denk dat dat moment nu voor Pleun wel erg dichtbij komt. Het is tijd om haar los te laten. Onze peuterpuber van bijna drie jaar. Ojee, zeg ik nu drie jaar....ik bedoel natuurlijk achttien.

maandag 8 oktober 2012

Mis je

'Hááá mamáááá', klinkt het als ik thuis kom. Daan komt vol enthousiasme op me afgerend. Hij pakt me vast en begint te springen. Altijd leuk en erg fijn zo'n welkom thuis begroeting. Heerlijk mannetje is het toch. Dan stopt hij met springen en zegt ineens 'mis je'. Ik begrijp hem in eerste instantie niet eens. Mis je? Hij herhaalt het nog een keer. 'Mis je, mamáááá.' Het kwartje valt. Hij heeft me gemist. Een warm gevoel vult zich binnen in me. Ik aai hem vertederd door zijn haar. Ik knuffel hem, maar daar heeft Daan allemaal niet zo'n zin in. Hij duwt me weg en rent alweer de kamer in. Ik blijf in de gang staan. Trots op onze zoon, die zijn emotie zo duidelijk heeft gemaakt. Hij heeft me gemist....wat wordt hij toch groot. Weer een stukje verder in zijn ontwikkeling.

Hoe speciaal de begroeting was, blijkt al vlug. De dagen er na zegt hij het nog op de juiste momenten. Dus als iemand weg is geweest en weer thuiskomt. Zo heeft hij Bart ook gemist als deze weer thuis komt van zijn werk. En hij heeft Gijs gemist als hij zelf terugkomt van school. In eerste instantie zijn we iedere keer weer ontroerd door zijn uiting, maar al gauw  begint het te vervelen en merken we dat het een dwangmatige zin is die hij zich eigen heeft gemaakt. Hij zegt het niet vanuit een gevoel, hij zegt het omdat het moet. Hij heeft het gedrag en de zin gekopieerd van zijn zusjes of zijn broer, maar weet eigenlijk niet wat de zin betekent.

Als ik van het toilet af kom, komt hij enthousiast naar me toe gerend. 'Mis je' zegt hij. Helemaal vergeten dat ik tien minuten daarvoor samen met hem in bed heb geknuffeld. Ons ochtendritueel. Als Bart naar badkamer loopt om zich aan te gaan kleden, komt hij aangerend 'mis je'. Als we de hond hebben uitgelaten, worden we (Bart of ik èn hond) uitgebreid begroet 'mis je.' Loop je van de woonkamer naar de keuken en terug, komt ie weer aan 'mis je'.  Dit alles zegt hij natuurlijk niet een keer. Maar wel tien keer achter elkaar. Vervolgens moet je knuffelen, nog een keer 'ik heb jou ook gemist' zeggen en dan gaat hij weer zitten.

Daan roept het tegenwoordig te pas en te onpas. Er is niks zo irritant als een broer die voor de televisie staat te springen (ben ik in beeld-verhaal), luid roepend 'mis je Sijs'.  'Ik jou niet hoor' is dan ook het vriendelijke commentaar van Gijs. Als ik hem aankijk, zegt hij, ik had al een keer gezegd dat ik hem had gemist, maar hij houdt niet op. Of als je hem aan het verschonen bent. Billen vol met poep, kind wat zich ineens omdraait (hij stond namelijk met zijn rug naar me toe) en zegt 'mis je'. Jouw hand zit vol met zijn poep, maar dat interesseert hem niet. Op zo'n moment kan ik echt niet vol overtuiging zeggen 'ik heb jouw ook gemist hoor Daan'. Dan komt er echt iets anders uit mijn mond.

Zo lief als we het vonden en ontroerd als we in het begin waren, hebben we hem geknuffeld. Er niet bij stil gestaan dat dit wel weer eens het volgende 'riedeltje' kon gaan worden. Alleen maar gedacht dat hij weer een sprongetje had gemaakt in zijn ontwikkeling. Het blijkt kopieergedrag te zijn, Daan weet niet wanneer deze zin wel of niet gezegd moet worden. Hij hoort het van een van ons en denkt dat het zo hoort. Het moment waarop je zoiets zegt, ontgaat hem volledig.

Waarom zei hij het dan wel toen ik thuiskwam van mijn werk? Misschien een teovallige timing. Maar als ik terug ga denken, blijkt dat zijn zussen achter hem aan renden. Ze riepen 'heb jouw gemist mama'. Daan was alleen net iets sneller bij mij en riep daarom als eerste 'mis je' , want zijn zussen riepen dat tenslotte ook. Een ding is echter wel duidelijk geworden, wij missen hier heel veel....




vrijdag 28 september 2012

5 december

Nog even en dan is het weer zover. De eerste pepernoten heb ik alweer in de winkels gesignaleerd. Twee dikke speelgoedboeken zijn al achterover gedrukt. Nog even en we mogen hem weer gaan inhalen. Die allerbeste goedheiligman. Zit hij nu nog lekker warm aan het zwembad van zijn villa in Spanje, over een paar weken mag hij zich weer in weer en wind op het dak hijsen en de schoorstenen vullen met kadootjes en pepernoten. Luistert hij weer naar al die kinderen die met hun schelle stemmetjes 'sinterklaas kapoentje' zingen. Samen met zijn knechten wacht hem de zware taak om ieder kind van de juiste, oh zo verlangde kado's te voorzien. Kado's die vaak al  in oktober gekocht moeten worden, omdat ze in november volledig uitverkocht zijn en je dan als sinterklaas een vet probleem hebt, want kindlief wil echt heel graag alleen maar dat ene speciale kado. Pfft, ben niet jaloers op die man hoor. Alleen op zijn villa met zwembad in Spanje dan!

Maar goed, het is een heerlijk tijd. Eigenlijk houden we allemaal onze kinderen voor de gek, maar ja...wie is er vroeger door zijn ouders niet groot gebracht met rondvliegende pepernoten en een man met een baard die alles over je wist te vertellen? Ik ken er niet veel hoor, die zullen zeggen 'wij doen niet mee aan die flauwekul.' Je eigen jeugdsentiment komt er gewoon weer een beetje door naar boven. We gniffelen als we de schoentjes voor het slapen gaan vullen, als we weer een superplannetje hebben bedacht waar we die zakken met kadootjes toch moeten verstoppen. Ik moffel alle kadootjes weg achterin onze kledingkast, in zakken van de Aldi liggen ze hoog bovenop onze kast en als ik eens iets heb gekocht, waar Pleun bij is, dan is het altijd voor mijn werk. Stom toeval, dat ze dan van Sinterklaas hetzelfde krijgt.

Dit jaar wordt het echter een beetje anders. Gijs zit namelijk in een combinatiegroep.Groep 5-6. Vanaf groep 5 worden er surprises gemaakt en brengt Sinterklaas een bliksembezoek aan die klassen. Inmiddels hadden we wel gedacht dat hij de doorzichtigheid van het hele sinterklaasgebeuren wel zou inzien, maar niks is minder waar. Of hij houdt ons gruwelijk voor de gek, maar voor zover wij kunnen inschatten zijn wij nog 100% geloofwaardig voor onze oudste zoon. Wat zullen wij straks van ons voetstuk vallen, dat we hem jaren zo voor de gek hebben kunnen houden. Dat is dan wel de minder leuke kant van het verhaal.

We twijfelen, wat is wijsheid. Hem zelf het hele verhaal vertellen of wachten tot hij er zelf mee komt. De kans is groot dat hij op school het een en ander hoort, misschien is het beter dat hij het van onszelf hoort. Een gevoel-verstandkwestie speelt hier op. Het is toch weer afscheid nemen van een bepaalde periode, sinterklaas zal nooit meer dat speciale en magische gevoel geven als wat het nu doet. Nooit meer die verrukte en blije gezichtjes, er zal er altijd eentje bij zitten die even oogkontakt zoekt en laat merken dat hij het spelletje meespeelt. Heel even willen we nog die fijne sfeer vasthouden, heel even nog de spanning voelen van het zingen en schoentje zetten. De verschrikte snoetjes als er op de deur wordt geklopt. Moeten we ons kind nu echt vertellen dat we alles verzonnen hebben? Dat het een groot verzonnen verhaal is?

Het zou toch wel erg fijn zijn als hij zelf met vragen zou komen, dat er twijfels beginnen te ontstaan, maar niks van dat alles. Heel voorzichtig heb ik hem verteld dat er in groep 5 surprises worden gemaakt. Wat surprises zijn, vond hij niet eens zo belangrijk. Waarom hij een surprise moest maken, vond hij veel belangrijker? Op mijn antwoord dat Sinterklaas niet meer uitgebreid naar groep 5 komt, zag ik de teleurstelling op zijn gezicht. 'Maar ik ben toch ook lief?' Tja......hoe leg ik dat nu toch uit?

zondag 23 september 2012

Kriebels

Het wordt weer wat kouder, stiekum aan proberen ze op een onopvallende manier je huis binnen te dringen. Sommige mensen zijn er panisch voor, ik moet eerlijk bekennen dat ik er niet panisch bang voor ben, maar om ze nou zonder angst te vangen, gaat me net iets te ver. Mijn moeder ving ze zelfs met haar blote handen. Brrr.....ik krijg er nog de rillingen van als ik er aan denk. Ik vang ze met een papiertje of als het een hele grote is, dan pak ik de stofzuiger. Als ze buiten zitten, hebben ze geluk. Dan mogen ze blijven wonen waar ze wonen, mits ze hun web maar niet dwars door de tuin maken. Niets zo vies en plakkerig om door een spinnenweb heen te lopen. Helemaal als je er met je gezicht doorheen gaat.

Ik probeer onze kinderen het mooie van spinnen te laten zien. Als ik een mooi web zie, dan tik ik er tegen aan en laat de kinderen zien dat de spin denkt dat hij of zij een prooi heeft gevangen. We hebben zelfs twee spinnenhuisdieren. Eentje woont er al jaren bij het achterraam, dat is Sjaak. Tijdens de zomermaanden zien we hem nauwelijks, maar nu hangt zijn webje weer voor het achterraam te wapperen in de wind. En bij de lamp van de voordeur woont Trees. Twee bescheiden spinnen, die zolang ze buiten blijven, hier heerlijk mogen blijven wonen. Ik hoop zo mijn kinderen niet bang te maken voor spinnen, vaak nemen ze de reactie van de ouders over, terwijl ze niet eens weten waar ze bang voor moeten zijn. Echter iedere keer als ik een spin zie, moet ik wel aan iets van vroeger denken.....

Jaren geleden gingen we eens op vakantie. Ik was een jaar of negen of tien, denk ik. Het was herfstvakantie en mijn ouders hadden een huisje gehuurd op een of ander vaag bungalowpark of camping. Midden in het bos, ergens in Overijssel. Center Parcs bestond toen nog niet, dus ik zou niet weten waar dat park of camping was. Ik denk ook niet dat ik er andere herinneringen aan zou hebben over gehouden, als die ik er nu aan heb. De herinneringen van nu zijn namelijk overtreffend in de categorie meest angstaanwekkend jeugdsentiment...

We kwamen helemaal enthousiast aan bij het huisje. Het was het laatste huisje in een laantje. Van buiten zag het er allemaal wat stoffig uit, alsof er al heel lang niemand was geweest. Maar goed, we zouden toch binnen zijn. Mijn zusje en ik gingen meteen op ontdekking uit. Woonkamer, badkamer, keuken, slaapkamers, toilet. Alles was aanwezig. Eigenlijk hadden we alleen dat maar gecontroleerd en we hadden besloten wie er in welk bed ging slapen, toen ik mijn ouders ineens hoorden zeggen 'laat dat maar niet aan de dames zien'. Wat mochten wij niet zien? Natuurlijk gingen we wel kijken. We waren tenslotte niks nieuwsgierig ofzo.

Mijn moeder stond in de keuken en keek in de gootsteen. Iiiieeeeewww!! Daar zaten twee spinnen. Niet zomaar spinnetjes, nee van die grote, dikke zwarte spinnen. Gatverdegatver. Toen werd het huisje ineens met andere ogen bekeken. Ja, daar in het hoekje zit er ook eentje. Getsie! En daar in die hoek zag ik er ook eentje weglopen. Overal waar we keken, zat of hing wel een spin. Allemaal verschillend qua grootte en dikte. Mijn moeder zei dat ze ze wel zou vangen en dan was er niks meer aan de hand. Ondertussen waren we bij de slaapkamer aangekomen. De slaapkamer waar mijn zusje en ik zouden gaan slapen. Hier konden we echter geen enkele spin vinden. Zie je wel, wilde mijn vader en moeder nog zeggen, het valt wel mee. Toen mijn moeder besloot de dekens van het bed terug te slaan, waarom ze dat deed mag Joost weten, maar ze deed het.

Wat we toen zagen was npg gruwelijker dan de spinnenspeurtocht door het huisje. Er zaten gewoon drie dikke spinnen in het bed. Tussen de lakens, eentje trippelde, gestoord in zijn winterslaap, nog iets verder richting het voeteneinde. Ik begon te gillen, rende weg en heb gehuild. Hier wilde ik niet op vakantie, ik ga toch niet in een spinnenhuis slapen. Ik voelde het overal kriebelen en nog krijg ik rillingen als ik aan die dikke spinnen in dat bed denk.

Uiteindelijk hebben we een ander huisje gekregen. Dat na een grondige inspectie op een spin na, spinvrij was. Ik heb de rest van de week echter met mijn knieën tegen mijn neus geslapen. Ik durfde mijn benen niet te strekken in dat bed. Mijn moeder heeft het hele bed afgehaald, uitgeklopt en opnieuw opgedekt, maar je weet maar nooit of er eentje zich had verstopt tussen de lakens. Zoals ik al schreef, ik weet niet meer wat we die vakantie hebben gedaan, wat er nog meer is gebeurd. Dat spinnenavontuur was overweldigend, de rest van de herinneringen aan die vakantie ben ik er spontaan door vergeten.


maandag 17 september 2012

Kast en muur

Verbazingwekkend hoeveel muren en kastjes er in Nederland zijn. Keukenkastjes, badkamerkastjes, klepkasten, opbergkasten, schoenenkasten, kledingkasten en ga zo nog maar even door. Klik bij ikea maar eens op kast en de keuze is reuze.Ikzelf heb ook meerdere varianten in huis staan of hangen, maar ik bedoel eigenlijk een ander soort kast en muur. Ik ken er verschillende. Zo ken ik het Ciz en het zorgkantoor en nu dus ook de gemeente, het servicepunt en het vervoersbedrijf.

Vandaag was het weer zo'n kast-naar-muur-en-muur-naar-kast-dag. Vreselijk zeg!! Heb je gisteren een heerlijke ontspannen zondag gehad, lekker een dagje weg geweest met je gezin, helemaal nieuwe energie opgedaan. Vanmorgen fris en fruitig opgestaan, kinderen lief begroet, geduld getoond en toch allemaal op tijd klaar voor school en dat allemaal zonder stress. Dat gevoel wat je dan hebt, zorgt ervoor dat je alles aan kan, nou ja bijna alles. Want na een bezoekje van de nieuwe taxichauffeur van Daan en zijn mededeling dat hij Daan naar de Bodde ging brengen, kwam de stoom uit mijn oren. De beste man dacht het allemaal nog een beetje te sussen door aan te bieden Daan toch gewoon mee te nemen en op de mytylschool af te zetten, maar helaas was het kwaad toen al geschied.

Daan ging vrolijk zwaaiend met de nieuwe meneer mee, hij had nergens erg in, vond het alleen maar machtig interessant om weer met de taxi te mogen en ook nog eens met onbekende kinderen en een onbekende chauffeur. Maar mama kon wel janken. En dat deed ik dan ook toen ik uitgezwaaid was. Ik belde brullend manlief op en snifte door de telefoon het verhaal dat Daan net op was gehaald. Dat ik voor de zekerheid nog maar gechecked had naar welke school hij ging, want dat ik het erg knap vond dat ze een afstand waar ik vorige week twintig minuten over deed, deze meneer dit in vijf minuten kon rijden. Ik wilde eigenlijk nog vragen of zijn bus ook over een zwaailamp en sirene beschikte.

Maar goed, nadat ik uitgesnotterd was, belde ik het servicepunt (de muur in dit geval). Hoe het toch kon dat, na talloze telefoontjes, afgelopen vrijdag nog de laatste keer, Daan toch nog naar de verkeerde school gebracht zou worden. De mevrouw aan de telefoon wist het ook niet, vond het wel een klacht waard en ging kontakt opnemen met het betreffende vervoersbedrijf (het badkamerkastje in dit geval). Ik werd in de wacht gezet en na een tijdje kwam ze met de mededeling dat het allemaal juist in het bestand stond, dat het ook bij het vervoersbedrijf bekend was, maar dat zij zich wel aan de wettelijke vijf werkdagen diende te houden. Er moest nog een planning worden gemaakt, ritten worden omgegooid, andere combinaties worden gezocht etc. Aangezien afgelopen vrijdag pas de papieren bij het vervoersbedrijf waren binnengekomen, hadden ze dus nog even de tijd.

En nu? Ik zou Daan voorlopig nog maar even zelf moeten brengen en halen, totdat het allemaal geregeld was. Ik moest hierover echt de gemeente (lees kast) bellen.Langzaam voelde ik dat ik giftig begon te worden. Het zal toch zeker niet weer die ene mevrouw van de gemeente zijn geweest? Die ene mevrouw had ik namelijk op 23 augustus aan de telefoon gehad en de wijziging doorgegeven, die mevrouw had ik op 5 september nog een keer gebeld en weer dezelfde wijziging doorgegeven, want er was nog steeds niks veranderd. Volgens die mevrouw had haar collega het dan niet op tijd veranderd, helaas voor die mevrouw, kon ik haar meteen mededelen dat ik geen andere collega had gesproken en zij de betreffende persoon was die het had moeten wijzigen. En ja wel hoor, nu kwam de betreffende mevrouw voor de derde keer in opspraak.

Ik besloot mijn geheime wapen in te zetten, ook een stukje ter zelfbescherming. Als ik boos ben, heel erg boos, dan ga ik namelijk staan te huilen. Dat komt natuurlijk een beetje gek over en serieus zal ik er niet door genomen worden, dus Bart mocht het telefoontje gaan plegen. Bart kan namelijk erg goed zakelijk blijven en heeft vanuit zijn werk regelmatig dit soort gesprekken. En inderdaad, de betreffende mevrouw wilde het weer afschuiven op haar collega. Wat oncollegiaal ben je dan! Maar al gauw merkte ze dat geen poot had om op te staan. Ze zou het een en ander met spoed in werking gaan zetten, ze zou kontakt opnemen met het serviceburo en het vervoersbedrijf en dan zou ze Bart vandaag nog terugbellen.

Mijn man kent echter het klappen van de zweep en vertelde haar vriendelijk dat hij haar zelf wel terug zou bellen en wel binnen 30 minuten. Ze was erg kortaf de tweede keer, een collega werd er nog bijgeroepen, maar Bart hield zijn poot stijf. Hij heeft zelfs nog gevraagd of hij Daan even moest komen laten zien bij ze, zodat ze wisten dat het om een kind ging en niet om een pak suiker. Uiteindelijk heeft een andere mevrouw het overgenomen. Haar kende we nog van vroeger, zij heeft bij dezelfde club gesport. Ze belde en vertelde dat ze de naam 'Daan Jansen' al een paar keer voorbij had horen komen en hoe het nu toch allemaal kon. Zij is degene die geregeld heeft dat Daan deze komende week met individueel vervoer wordt opgehaald. De kosten zijn voor rekening van de gemeente.

Na overleg met het vervoersbedrijf hoe laat Daan dan morgen opgehaald zou worden, bleek dat dit een uiterst zeldzaam iets was. Individueel vervoer betaald door de gemeente. Daarmee bleek maar weer dat de gemeente kleur moest bekennen. Kunnen ze die kleur mooi gebruiken om de muur eens te verven!

maandag 10 september 2012

School

Ineens was het zover. Daar gaan we dan! Daan zijn eerste schooldag is een feit. Waar we vorige week al een kijkje hadden genomen, gingen we vandaag echt naar toe. Ik had nog een paar dagen gekregen om aan het idee te wennen, maar toch bleef het een beetje knagen in mijn buik. Daan had echter helemaal geen last van een knagende buik, althans dat liet hij niet merken. Daan was mega enthousiast. Hij was te vergelijken met een stuiterbal. Hij haalde alleen het plafond net niet, maar voor de rest schoot hij ook alle kanten en alle hoogtes op. 'Ikke ook, bjoot etuh, zei hij, 'op sool'. Even voor de duidelijkheid, hij at op 't Zonnelicht ook gewoon brood. Maar vandaag was het toch anders. Hij mocht zijn brood namelijk in een broodtrommel meenemen, net zoals Gijs en Juul. Wat voelde hij zich groot en trots. 'Peum' mocht het namelijk niet, die was nog klein.

Daan mocht zijn tas inpakken, gooide al zijn spullen in de tas. Pop en tuut moesten mee, schriftje, broodtrommel, drinken, koeiemelk ook, fruit. Alles werd benoemd en vervolgens werd het er op een liefdevolle, maar hardhandige manier in gedaan. Toen hij ook nog een zwemtas mee moest nemen, omdat hij vanmiddag zwemles kreeg, kon het helemaal niet meer stuk. Hij klapte in zijn handen, sprong luid joepie-end door het huis en rende vol enthousiasme naar de auto. 'Ikke sool toe'.

De hele familie in een auto, dat was al een fijn begin. Papa ging namelijk ook mee. Eerst brachten we Gijs en Juul naar school en toen ik terug kwam zei Daan erg duidelijk 'nu ikke beurt'. Ja daan, nu gaan we naar jouw nieuwe school. Zo gezegd, zo gedaan. De auto geparkeerd en nog steeds was het een overenthousiaste Daan. Hij stapte stevig door, wilde zelf beide tassen dragen. Hij wilde zelfs geen hand meer geven. Dat doen grote jongens tenslotte niet meer. Ondertussen probeerde ik mijn eigen gevoelens te onderdrukken. Zodat ik vooral niet uitstraalde dat ik er moeite mee had om hem los te laten. Weer een nieuwe stap, nieuwe mensen die hem helemaal nog niet kennen. Niet weten wie hij is, wat hij bedoeld, hoe ze hem moeten benaderen. Nee, ik glimlachte naar hem, praatte met hem mee en ondertussen hoopte ik heel hard dat hij dit enthousiasme vast wist te houden.

Bij zijn klas aangekomen, gaf hij de juf netjes een handje. 'Ik heet Daantje' zei hij toen ik vroeg hoe hij heette. Hij ruimde zijn spulletjes uit zijn tas uit. Zijn tas hing hij weer aan de kapstok en vervolgens mocht hij het stoeltje met de egel gaan zoeken. Eenmaal de juiste stoel gevonden, ging hij zitten. Tijd om afscheid te nemen.........en toen sloeg zijn enthousiasme om. 'Ikke ook mee'. 'Ikke andere sool'. 'Nee Daan, je mag hier blijven. Ga maar lekker zitten'. Nog een laatste kus en vlug weglopen voor hij zou gaan huilen. Maar het was al te laat. Huilend en mopperend kwam hij achter ons aan gerend. De juf die achter hem aanliep, wilde hij geen handje geven. 'Nee, ikke ook mee, andere sool.' huilde hij.

Het liefste had ik hem meegenomen. Huppekee, in de auto naar 't Zonnelicht, maar dat ging helaas niet. Mijn hart brak, toen ik hem samen met de juf half slepend naar binnen bracht. Daan heeft namelijk de gewoonte om zich te laten vallen als iets hem niet zint. Hij was ook niet van plan om te gaan staan. Ik heb hem op zijn stoel gezet, een allerlaatste kus gegeven en ben vlug de klas uit gegaan. Daan begon intens verdrietig te huilen, mama huilde van binnen mee. Hier was ik zo bang voor geweest. Hoe leggen wij ons mannetje uit dat het hier ook leuk is, dat hij hier zoveel meer kan gaan leren en dat het tijd voor hem was/is om naar school te gaan? Niemand die mij daarop antwoord kan geven.

Eenmaal thuis gaat een uurtje later de telefoon. Juf Marcia aan de telefoon. Zie je wel, ik moet hem komen halen, is het eerste wat ik denk. Maar nee hoor, Daan is nog even verdrietig geweest, maar liet zich al gauw sturen. Hielp goed mee met spulletjes klaar zetten. Heeft heerlijk gesmuld van zijn koek en was op dat moment heerlijk buiten aan het spelen. Ze zagen een vrolijke Daan, die volop kletste en het goed naar zijn zin leek te hebben. Ik slaak een zucht, zie je wel....het komt allemaal wel goed. Het kost alleen een paar tranen.

Afscheid

 Vorige week hebben we er al een kijkje genomen. Samen met papa en mama, mocht Daan gaan kijken. Op zijn nieuwe school, waar hij binnenkort gaat starten. Hij ging vlotjes mee met de intern begeleidster die hij voor de eerste keer zag. 'Joepie' zei hij en met een 'doei' was hij weg. Benieuwd wat er allemaal te beleven was. Ondertussen hebben wij het kennismakingsgesprek gehad. In alle rust konden we alles wat er rondom Daan speelt, vertellen. Zodat we straks allemaal met onze neuzen dezelfde kant uitwijzen. Na het gesprek gingen we nog een bezoekje brengen aan zijn klas en op de gang konden we hem al horen roepen. 'Whieeeew'!!! Daan had de grootste lol, hij zat heerlijk in een schommel.

Daan was super enthousiast en wilde wel even in zijn nieuwe klas gaan kijken. Zo gezegd, zo gedaan. Hij zei netjes 'hallo'  en heeft even aan zijn tafeltje gezeten. Een beetje rondgekeken, maar toen viel het kwartje pas. 'Nee, zei hij, ikke annere sool.' 'Naar Niesje'. Tja, hoe moeten we hem dit uit gaan leggen. Met een 'doei' gaf hij duidelijk aan dat hij er klaar mee was en hij stapte zo het lokaal uit. Dat zou nog weleens erg lastig kunnen worden. Daan had duidelijk een ander beeld bij school, dan wij hadden. Maar ja, wij kunnen makkelijker schakelen en weten dat er vele scholen zijn. Voor Daan geldt dit niet, voor hem is er een school en dat is 't Zonnelicht. Bij Nieske en Mayke.

Gelukkig had ik nog een paar dagen om aan het idee te wennen. Om los te laten dat het misschien wel de verkeerde beslissing was geweest. Hoe konden we Daan dit toch aandoen? Hij was toch tevreden, zat lekker op zijn plek? Dat zijn dan de gedachten die door je hoofd flitsen, die op zo'n moment overheersen en je aan het twijfelen brengen. Ik dacht er niet meer aan dat Daan echt uitgespeeld was op 't Zonnelicht, dat hij meer uitdaging nodig had. Dat mijn andere kinderen ook naar school gaan en ze nu eenmaal niet altijd klein blijven. Alhoewel ik dat soms toch wel heel erg graag zou willen, even de tijd stil zetten.

Vrijdag hebben we Daan voor de laatste keer opgehaald. Daan zei vrolijk 'tot mogguh' tegen Nieske. Geen besef dat het de laatste keer voor hem was. Ik kon me groot houden, slikte dapper mijn tranen weg. Waarom zou ik verdrietig zijn, als Daan er zo makkelijk mee om ging. Hij zou mijn tranen alleen maar vreemd vinden en niet kunnen plaatsen. Ik heb echter nog een zoon, Gijs. Als er iemand gevoelig is en niet tegen afscheid nemen kan, is hij het wel. Dus eenmaal in de auto, draaide hij zijn hoofd weg en toen wist ik al hoe laat het was. De tranen stroomden over zijn wangen en toen brak ik ook. Daar zaten we dan, twee jengelende meiden die zeurden om een snoepje op de achterbank. Daan die fanatiek sabbelend op zijn speen met zijn beertje in zijn hand naar buiten zat te kijken, moe van een drukke dag. Na even gesnotterd te hebben, hebben we onze tranen gedroogd. Het zou vast erg leuk worden voor Daan en hij zou er heel veel nieuwe dingen gaan leren. Nu zou Daan voortaan ook naar een 'echte' school gaan. En hoe moeilijk afscheid nemen ook kan zijn, die dingen horen ook bij het leven. Ik zal vast nog wel wat tranen laten, maar weet ook dat het goed is zo.









donderdag 6 september 2012

Gespierd

Ineens was het gebeurd. 'Knak' deed het in mijn nek en voor ik het wist kon ik mijn nek nog net zo draaien, dat mijn hoofd weer recht vooruit keek. Naar rechts kijken ging nog wel redelijk, maar naar links kijken, lukte gewoon niet meer. De laatste tijd (lees maanden) had ik zo nu en dan weleens vaker iets horen 'knakken' in mijn nek, maar daarna schoot alles weer terug en schonk ik er geen aandacht meer aan. Tot ik de laatste tijd steeds vaker onverwachts een pijnscheut in mijn nek voelde. Niet zo'n klein beetje pijnlijk, maar zo'n scheut waarvan ik net niet in mijn broek pieste, een jengelend kind op de achterbank afblafte, mijn nek even hardhandig masseerde en vervolgens een dag lang met een zeurend pijntje op die geknakte plek rond bleef lopen. Het werd tijd voor een bezoekje aan de fysiotherapeut, dacht ik dan en ging verder met waar ik gebleven was.

Na die bewuste 'knak' heb ik toch maar de fysiotherapeut gebeld en ik kon dezelfde ochtend nog terecht. En ondanks dat het eigenlijk helemaal niet in mijn 'schema' paste, was ik toch heel erg blij dat ik kon gaan. Eenmaal daar aangekomen was het niet zo best. Eigenlijk vertelde ze alles wat ik al wist, maar nooit naar wilde luisteren. Mijn nek zat in drie lagen vast, mijn schouders idem en eigenlijk mijn onderrug ook. Het werk wat ik deed, was belastend voor mijn rug en ik moest echt op mijn houding letten. Het zou bovendien verstandig zijn om aan sport te gaan doen, om mijn spieren te trainen en soepel te houden.

Toen vond ik het toch wel tijd dat ze eens even beter naar mij keek. Ik ben tenslotte hartstikke gespierd, al zeg ik het zelf. Mijn organisatiespieren zijn enorm goed ontwikkeld. Zo ook mijn spieren van geduld en mijn stress-spieren. Ik heb een wasbordje van ren-en vliegspieren, mijn (ver)zorgspieren liegen er niet om. En wat te denken van mijn portemonneespieren, mijn huishoudspieren, mijn dierenverzorgspieren, mijn was-en strijkspieren en mijn 'wzwvwvge'-spieren. Ook mijn facebookspieren, sociale kontaktspieren, haal-en brengspieren en zelfs mijn typvingerspieren zijn ontzettend gespierd, een bodybuilder zou er jaloers op zijn. De enige spieren die ik beter zou moeten trainen en die zo nu en dan blokkeren, zijn de 'tijd-voor-mezelf'-spier en de relaxspier. Helaas zijn die spieren erg ver weg gestopt. Zo ver weg dat het moeizaam gaat om ze te trainen en erg gespierd zullen deze dan ook nooit worden. Maar daar kan ik wel mee leven, ik heb namelijk voor de rest een prachtig gespierd lijf!! Het is maar net wat je wilt zien....











wzwvwvge = wat zullen we vandaag weer verantwoord gaan eten













dinsdag 28 augustus 2012

Meewosjt

Ik ga boodschappen doen en Daan wil graag mee. Het maakt eigenlijk niet zoveel uit wat je gaat doen, Daan wil altijd wel mee.  Dus vandaag gaan we boodschappen doen. Op zich is dat al een heel avontuur, want ik moet de wekelijkse boodschappen halen. Dat betekent met een boodschappenkar en dus geen hand meer vrij om Daan aan de hand vast te houden. Jammer genoeg past hij niet meer in het zitje van de boodschappenkar, dus loopt Daan naast de kar. Nou ja, er naast....hij rent voor me uit De winkel door ondertussen luid gillend 'joepie'. Ondanks dat iedereen naar hem en daarna naar mij kijkt, is het wel prettig dat hij zo'n volume heeft, daardoor weet ik zo ongeveer waar hij zich bevindt in de winkel.

Na een tijdje kan ik hem paaien door hem de kar te laten duwen. Dan blijft hij in ieder geval bij mij in de buurt. Daan heeft zich echter volop ontwikkelt en zit nu in de 'selluf doen' fase, dus meneer wil de kar zelf duwen. Ik probeer via het tassenhaakje nog bij te sturen, maar zelfs dat accepteert hij niet. Dus we rijden van de linkerkant, naar rechts, draaien en blijven net voor de glazen potten stil staan. Niet omdat Daan de kar op tijd stopt, maar omdat ik de kar nog net op tijd af kan remmen.

Ondertussen probeer ik de kar te vullen met de boodschappen van mijn lijstje. Daan werkt echter met een ander lijstje, dus tijdens het manoevreren door probeer ik de boodschappen weer terug te leggen waar ze lagen. Langzaamaan vult de kar zich met de boodschappen die we wel moeten hebben en krijgt Daan het zwaar. De kar wordt zwaarder, dus hij moet meer moeite doen om te duwen, voordeel is nu wel dat we rustiger door de winkel lopen. Uiteindelijk komen we bij de kassa aan.

Daan vindt het heerlijk om mee uit te ruimen en legt alles op zijn hardhandige manier op de lopende band. Ik sorteer wat hij er op mag leggen, probeer de zware dingen vooraan te zetten en kan nog net een pot jam onderscheppen. Ineens valt zijn oog op iets bekends voor hem. 'Meewosjt' roept hij keihard door de winkel. 'Joepie, meewosjt' roept hij nog een keer. Op mijn vraag om de smeerworst op de band te leggen, legt hij de smeerworst neer. De band begint te lopen en wat er dan gebeurt....

Daan begint te roepen en te juichen. Hij klapt als een gek in zijn handen, staat te springen en roept ondertussen luid en duidelijk. 'Hou vast meewosjt', 'Hou goet vast'. 'Daaaaar gaat ie'. 'Kijk uit meewosjt'.  Ik zie mensen omkijken, maar Daan ziet ze niet. Hij heeft alleen maar oog voor zijn smeerworst. De kassiëre zie ik kijken, maar ze is zo wijselijk om haar mond dicht te houden. Op het moment dat ze de smeerworst scant, staat Daan voor haar te springen. 'meewosjt, meewosjt'. Op haar vraag of hij dit lekker vindt, geeft hij al geen antwoord meer. Hij staat bij de inpak lopende band. De kassiëre legt de smeerworst neer en weer herhaalt het klap, juich en springritueel zich. Opnieuw roept Daan erg duidelik verstaanbaar, tot achter in de winkel. 'hou je vast meewosjt'. De band rolt, de smeerworst ook en Daan wordt nog activer en stuitert zo ongeveer. 'Komt ie, komt ie!!!'. Iedereen kijkt inmiddels of heeft al gekeken naar dat kind dat zo staat te springen en juichen, ik kijk maar stoïcijns voor me uit en doe maar net of dit de gewoonste zaak van de wereld is. Wie heeft er nou niet een kind dat helemaal idolaat is van smeerworst?

De smeerworst rolt naar beneden, Daan pakt de worst, kust en knuffelt hem en op mijn verzoek legt hij de smeerworst met een gooiende beweging in de tas. Hij is nog niet klaar met juichen en springt tegen me op. 'Mama, high five.' Ja hoor, Daan high five. Zijn hand kletst hard tegen de mijne en daardoor voel ik de spanning in zijn lijf. Ik probeer hem enigsinds te kalmeren, door te zeggen dat de smeerworst nu in de tas zit. Dat hij smeerworst lekker vindt en dit alles terwijl ik onze andere boodschappen in pak. Het lijkt te werken, Daan kalmeert, hij zucht eens een keer. Iedereen kan weer door met datgene waar hij/zij mee bezig was, maar dan ineens gebeurt het...Daan ziet zijn 'koek'.  Wat er dan volgt kun je hierboven lezen, alleen moet je dan het woordje 'meewosjt'  vervangen voor 'koek'.


dinsdag 21 augustus 2012

Zonnebril

Eigenlijk ben ik helemaal geen zonebrillenmens.Liever knijp ik mijn ogen tot spleetjes en tuur tegen de zon in. Vaak krijg ik dan hoofdpijn en laatst viel het me zelfs op dat ik ook flink wat rimpels krijg als ik zo met mijn ogen knijp. Toch zet ik hem de laatste tijd steeds vaker op. Ondanks dat ik het gevoel heb dat ik minder goed zie dan als ik geen zonnebril draag. Vraag me niet waarom, maar ik mis ineens vanalles en ben minder geconcentreerd. Ik denk dat mijn ogen dan even rust hebben en mijn hersenen daardoor ook minder hoeven te werken. Geen idee, maar daarom zette ik hem niet altijd op. Of ik was hem gewoon vergeten of hij was kapot, doordat ik erop was gaan zitten. In ieder geval droeg ik hem minder vaak dan nu.

 Vroeger, in de tijd dat we nog geen kinderen hadden, gebruikte ik mijn zonnebril voornamelijk als ik even mijn ogen dicht wilde doen in de auto. Bart en ik gingen dan op vakantie en Bart reed het hele stuk naar onze vakantiebestemming. We hadden toen nog geen navigatie in de auto en ik zat met de kaart op schoot. Ik was al een paar ingedut en Bart had me al een paar keer geirriteerd wakker gemaakt. Welke kant moest hij nu op? Nog 27 kilometer deze weg volgen. Ik was echter zo duf en moe, dat ik dacht slim te zijn door mijn zonnebril op te zetten. Hij zou dan vast niet zien dat ik mijn ogen dicht deed, al was het maar voor heel even. Dus ik zette mijn zonnebril op, donkere glazen schijnen tenslotte niet door. Net toen ik mijn ogen dicht had,vroeg hij ineens 'ga je slapen?'. Hoe kon ie dat nou toch weten? Domme ik, hij zat natuurlijk naast mij en zag zo langs de pootjes van mijn zonnebril, mijn ogen dicht zakken.

Maar goed, inmiddels zitten er vier kinderen in de auto die er wel voor zorgen dat ik, met of zonder zonnebril, mijn ogen niet meer dicht kan doen, dus zet ik mijn zonnebril steeds vaker en makkelijker op. Inmiddels ben ik er achter gekomen dat een zonnebril ook ontzettend handig is. Je kunt er namelijk ongegeneerd mee gluren en kijken. Zonder zonnebril valt het natuurlijk meteen op als je iemand uitgebreid bekijkt, maar niemand die dat doorheeft als ik mijn zonnebril op heb. Moet ik natuurlijk wel mijn mond dicht doen als ik iemand aanstaar. Zo zie ik mensen waarvan ik denk 'als jij dat aankan, dan kan ik het zeker aan'. Of 'hee, die heeft daar een tattoo'. Wat te denken van 'zo, die is veranderd en niet ten goede' of 'sinds wanneer hebben die een relatie?'. Natuurlijk is een zonnebril ook handig als je jezelf bekijkt, je lijkt altijd ineens een stuk bruiner. En het verbloemt ook mooi mijn eigen onzekerheid over mijn zomerlijf. Met mijn zonnebril zet ik mijn pokerface op, net alsof ik erg zeker ben over mezelf. Ik kijk zo arrogant mogelijk, zodat mensen het niet in hun hoofd halen ook maar iets over mijn zomerlijf te zeggen. Wat kan een mens zichzelf voor de gek houden, maar goed het werkt voor mij. Ik word er iets zekerder van. En ondertussen kan ik mooi alles bijhouden, op z'n tilburgs gezegd 'lekker louwen', niemand die het ziet of doorheeft.....denk ik.

Zomer

Wat een weertje was het de afgelopen dagen. En we hebben ook nog een aantal mooie dagen met lekkere temperaturen in het verschiet. Het is heerlijk weer en zo hoort vakantie te zijn. Met dit mooie weer komen ook de strakkere hemdjes en korte rokjes te voorschijn. En nu het zo ontzettend warm is, ook de, voor mij persoonlijk, wat minder leuke kledingstijl, de bikini's. Die rokjes en die hemdjes gaan nog wel, alhoewel ik me toch het prettigste voel in een wijde trui. Maar die bikini. Tja, in een trui zwemt het zo moeilijk he? Maar goed, ik voel me absoluut niet op mijn gemak in mijn tankini.Dat heeft zo z'n redenen.

Het begint eigenlijk al met mijn kleur, ik ben echt wit, spierwit. Zoals je soms duitse mensen op het strand ziet, zo wit ben ik. Van dat 'net-na-de-winter-wit'. We hebben geen zonnebank, daar wordt je weer zo nepbruin en rimpelig van en gezond is het volgens mij ook niet. Bovendien lig ik me daaronder alleen maar te vervelen, ga ik allemaal denken wat er nog moet gebeuren in plaats van met te ontspannen. Ook heb ik me eens een keer geprobeerd met een zelfbruiner in te smeren, maar het resultaat was niet datgeen wat mij beloofd werd. Ik zat vol met vlekken, het leek wel of ik een of andere ziekte had. Alleen mijn handen waren bruin ondanks dat ik ze zorgvuldig had geschrobd en gewassen. Wel tig keer.

Daarna is mijn decolleté nu niet bepaald minder bedeeld. Om het met een mannelijke term uit te drukken, 'ik heb een flinke bos hout voor de deur. Wat mij betreft zou het wel (veel) minder mogen zijn. Als ik ze zou delen met andere, dan kan ik met mijn cupmaat 3 mensen van borsten voorzien. Ik sjouw, pluk en hijs, om te zorgen voor wat optisch bedrog en heb de illusie dat ze zo misschien wel kleiner lijken dan ze werkelijk zijn. Zitten ze eenmaal goed en op hun plek en bekijk ik ze van bovenaf, dan weet ik dat ik mezelf voor de gek houd. Maar gelukkig kan ik mijn eigen tenen nog zien.

Zit en hangt mijn boezem dan eindelijk goed, blubbert mijn buik weer onder dat tankinitopje vandaan. Moet ik daar weer gaan sjorren en passen en meten. Mijn buik inhouden werkt op dit moment niet meer, althans ik zie niet dat ik hem inhoud en mijn borsten lijken daardoor nog meer omhoog te komen. Dus moet dat topje toch echt wat naar beneden worden getrokken. En jawel hoor...ploep! Daar zijn ze weer. Borsten weer terug op hun plaats duwen en het topje iets minder ver naar beneden trekken.

Is dat eenmaal klaar, moet ik mijn broekje nog goed doen, maar meestal zit dat wel snel goed. Het meeste overtollige vet zit echt op mijn bovenste gedeelte van mijn lijf. Zit mijn tankini dan eindelijk goed, kom ik ert achter dat ik mijn benen nog had moeten ontharen. Witte melkflessen, met haar, dat ziet er echt afgrijselijk uit, dus vlug nog maar even scheren. Natuurlijk scheer ik mezelf te gehaast en snijd daarbij in mijn been. Kan er ook nog bij, dit maakt het echt compleet.

Kortom heel dat zwem-en bikinigebeuren is nu niet datgene wat me zo blij maakt, tijdens dit mooie weer. Ietsje minder warm of regen zou voor mij dus ideaal zijn. Net niet warm genoeg voor een zwembadje in de tuin of regen. Jammer jongens, maar vandaag kunnen we echt niet gaan zwemmen. Ik kan er natuurlijk ook voor kiezen om geen badje op te zetten of niet te gaan zwemmen, maar onze kinderen willen natuurlijk ook afkoelen. Dus zet ik me maar over mijn schaamte en onzekerheid heen en zit ik puffend aan het zwembad in de zon, in mijn tankini. Mijn trui heb ik maar zolang in mijn tas gestopt.







vrijdag 6 juli 2012

Leerlingenvervoer

Beste werkgever,

Middels dit schrijven wil ik u laten weten dat onze zoon vanaf het nieuwe schooljaar van start gaat op een speciaal onderwijs school. Daarom wil ik het volgende laten weten. Vanaf de eerste dag van het nieuwe schooljaar ben ik voortaan op andere tijden beschikbaar voor u. Ik kan 's morgens vanaf 10 uur beginnen met werken, dit kan mogelijk ook 11 uur worden, aangezien ik wellicht de aansluiting met de volgende bus mis en ik hierdoor enige vertraging op kan lopen. 's Middags ben ik beschikbaar tot 13 uur, eigenlijk zou dit 14 uur kunnen zijn, maar gezien de bovengenoemde aansluiting van het openbaar vervoer, neem ik liever geen risico's en vertrek ik op tijd.

Ik vind het erg vervelend dat door deze beknopte werktijden de bewoners van mijn groep voortaan pas om 11 uur uit bed gehaald kunnen worden. Een voordeel is wel dat ze voortaan ontbijt en lunch kunnen combineren.Dat scheelt toch weer een extra zorgmoment. Ik zal proberen om ze voor 13 uur weer in bed te leggen, zodat ze kunnen uitrusten, maar dit gaat alleen als ik ze in de ochtend niet was en verschoon.

Helaas komt dit alles door een erg vervelende samenloop van omstandigheden. Onze zoon gaat namelijk naar school en wij, als ouders zijnde, hebben de zorg voor hem te dragen. Het betreft alleen de zorg voor hem, die andere 3 kinderen hebben geen zorg meer nodig.Zij zijn op een leeftijd waarop geacht wordt dat ze zelfstandig zijn. Even ter vermelding, zij zijn 8, 4 en 2 jaar, dus niet echt meer als kleine kinderen te benoemen.

 Nu hebben wij keurig netjes en op tijd het leerlingenvervoer voor onze zoon aangevraagd bij de gemeente. Zij zijn tenslotte degene die bepalen of ons kind recht heeft op vervoer. Na een telefoontje kwam daarop de volgende reactie van de betreffende meneer van het leerlingenvervoer. 'Ik heb daar geen boodschap aan.' Het betrof hier de opmerking dat ik werkte en dat wij nog 3 andere kinderen hebben. Maar zoals al eerder genoemd, heeft de meneer (ik zal geen namen noemen) van het leerlingenvervoer daar geen boodschap aan.

Nu zit er voor mij niks anders op dan onze zoon zelf weg te brengen, met het openbaar vervoer, want anders gaat het me wel heel veel benzine kosten en dat kan ik dan weer niet verantwoorden in zijn PGB. Vandaar deze brief. Ik denk dat u dit het beste met de meneer van het leerlingenvervoer op kunt lossen. Wellicht kunt u hem een kontrakt aanbieden ter compensatie van de uren waarop ik eigenlijk zou moeten werken, maar wegens omstandigheden afwezig ben. Zijn empathisch vermogen was enorm sterk ontwikkeld, hij zou een enorme aanwinst zijn voor mensen die zorgbehoeftig zijn.

Nu denkt u ongetwijfeld dat mijn man ook bij kan springen en in ieder geval enkele dagen onze zoon weg kan brengen of op kan halen, maar dat gaat helaas niet lukken. Hij heeft eenzelfde brief naar zijn werkgever gestuurd, aangezien hij de zorg voor onze dochter heeft. Maar ook daar had de meneer van het leerlingenvervoer geen boodschap aan.

Overigens gaat onze oudste zoon voortaan zelfstandig naar school en onze jongste dochter laten we zolang alleen thuis. Zij ruimt dan de eettafel op en laat de hond uit. En zegt u nu dat dit allemaal niet zomaar kan, dan heb ik daar geen boodschap aan..

donderdag 5 juli 2012

Jarig

Vandaag ben ik jarig. Het is een dag zoals vele andere. Vroeger was ik zenuwachtig, vaak al weken van te voren. Op school wist ik dat ik na Karlijn jarig was, nog twee weken en dan was het mijn dag. Twee weken lang leefde ik toe naar mijn verjaardag. Ik vertelde tegen iedereen die het maar horen wilde, dat ik bijna jarig was. Dacht diep na over de traktatie, die uiteindelijk hetzelfde werd als het jaar daarvoor (ijsjes, die mijn moeder kwam scheppen), wat voor kadootjes ik zou krijgen en wat ik met mijn kinderfeestje zou gaan doen en wie ik uit ging nodigen. Wat een speciale periode was dat. Met als hoogtepunt natuurlijk DE dag zelf. Wakker gezongen worden door mijn ouders en zusje, kadootjes, mooie kleren, iedereen die lang zal ze leven voor me zong en natuurlijk een lekkere taart met kaarsjes die uitgeblazen moesten worden. Hoe anders is het nu?

Ik word nog steeds wakker gezongen, eerst door mijn lieve man en onze kindjes. Later door mijn ouders, door de telefoon. Ik krijg kadootjes en de glunderende gezichtjes van mijn kinderen zijn me het meest waard. Maar daarna is het vaak een gewone dag. Manlief gaat werken, heeft deze keer zelfs een erg belangrijke bijeenkomst en weet niet hoe laat hij thuiskomt. Daan moet nog steeds klaar staan voor de taxi, want zijn 'school' heeft nog geen vakantie. De andere drie verwachten een animatieprogramma en maken ruzie met elkaar. Het is een dag zoals vele andere. Ik voel me niet jarig, het speciale verjaardagsgevoel ontbreekt. Alles gaat gewoon door, terwijl vroeger de tijd toch echt even stil leek te staan.

Wat lijkt het me heerlijk om nog eens dat speciale verjaardagsgevoel te voelen, echt jarig te zijn en de hele dag te stralen. Het maakt me een beetje weemoedig als ik terug denk aan mijn verjaardagen van vroeger, maar waar komt dat door? Mis ik dat speciale verjaardagsgevoel? Of is het iets anders. Het besef van ouder worden. Het onbezorgde is weg. Er zijn teveel zorgen om nog onbezorgd te kunnen genieten. Als het aan mij lag, zou ik het liefste deze dag zo snel mogelijk voorbij zien gaan, maar voor onze kinderen ben ik wel jarig. Zij voelen dat speciale feestgevoel nog wel en dat maakt dat ook ik me weer een beetje jarig voel. Zo wordt het toch nog een speciale dag. Om toch nog dat speciale gevoel van vroeger een beetje terug te krijgen, schrijf ik deze blog. Nu vertel ik niet meer tegen iedereen dat ik jarig ben vandaag, nu kan iedereen het lezen!

zaterdag 30 juni 2012

Ik word blij van....

Ik word blij van onze zoon van acht die, uit zichzelf, nog even komt knuffelen. Ik word blij van mijn man die onverwachts vroeger thuis is uit zijn werk. Van onze  kleinste dochter die lekker duimend tegen me aan hangt of van onze andere dochter die samen met onze oudste zoon 'vadertje en moedertje' speelt. Ik word blij van onze zorgenzoon, als hij op het plekje, in ons bed, naast hem klopt en zo vraagt of ik nog even met hem 'tievie' wil kijken. Ik word blij van mijn pas gedweilde vloer, ook al is dat maar voor tien minuten. Van onze babypoesjes die innig verstrengeld liggen te slapen, van een volle koelkast met allemaal lekkere dingen. Ik word blij van de bloemen in onze tuin die zo mooi in bloei staan. Ik word blij van een ochtendje geen stress, want het is weekend en niks moet. Van samen een legohuis bouwen met onze oudste zoon of van een avondje samen met mijn allerliefste op de bank, lekkere toastjes erbij. Ik word blij van onze hond, die altijd blij is om ons te zien en zich, oud en bejaard als hij is, uit zijn mand laten vallen om me kwispelend te begroeten. Ik word blij van alle kleding fris en gestreken in de kast, van onverwachte avondjes weg georganiseerd door manlief, van een mooie bos bloemen. Van weer een klusje afgerond in huis. Ik word blij van het zien van mijn gezin en voel me trots. Een gevoel van geluk en rijkdom overvalt me. Ik neem mezelf voor om vaker aan al deze, voor andere waarschijnlijk onbelangrijke dingen, te denken. Weet je wat, ik schrijf ze op en iedere keer als er dan weer iets op mijn pad komt, wat tegenvalt of wat me een vervelend of verdrietig gevoel geeft, dan lees ik ze nog eens door. Het verzacht het verdriet, neemt de frustratie wat weg en zorgt voor een glimlach op mijn gezicht. Een warm gevoel van binnen. Uiteindelijk zijn dit de dingen die tellen in het leven, de dingen die echt belangrijk zijn, alleen worden ze soms wat overschaduwd. Het zijn uiteindelijk de kleine dingen die het hem doen, zoals men zegt, alleen vergeet je dat zo makkelijk en zo vaak. Dit zijn de echte geluksmomentjes en zij geven me dat enige warme, kriebelende gevoel in mijn buik. Zij zorgen ervoor dat ik weer kan lachen en dat ik tegenslagen te boven kom. Je moet er niet te hard naar zoeken, ze komen spontaan en vaak op momenten dat je ze niet verwacht. Maar juist daarom zijn ze zo fijn en mooi. Ik koester ze en denk er aan terug op momenten dat het koud en kil is. Het geeft me de kracht om weer door te gaan en daar word ik weer blij van.

donderdag 7 juni 2012

Nobody

Nobody's perfect. Het wordt zo makkelijk gezegd, maar of de betekenis ervan voor iedereen duidelijk is, weet ik niet. Ik had er in ieder geval wat meer moeite mee de laatste tijd. Ik liet me overbluffen door de maatschappij, die tegenwoordig bestaat uit mooier, groter, beter, al dan niet het beste. Niet alleen op het gebied van school, maar ook van werk, opleiding, sport, wonen, auto scoorde ik in mijn ogen een onvoldoende. Gewoon omdat ik alles graag perfect doe. Ik had een totaalplaatje in mijn hoofd en dat is niet haalbaar. Jammer, maar helaas...er zijn ergere dingen. Maar soms komt mijn perfecte ik weer even te voorschijn en dan is het peentjes zweten. Ik maak het mezelf dan erg moeilijk en langzaamaan loop ik mezelf voorbij. Het erge is nog, dat ik die lat niet alleen voor mezelf hoog leg, maar ook van andere (lees manlief en kroost) verwacht dat zij meegaan in mijn streven naar een perfect leven. En zo ploeterde ik al een tijdje door.

Totdat mijn lieve man mij er eens op attendeerde dat we een gehandicapt kind hadden. Of ik dat wel wist? En of ik dat wel geaccepteerd had? Het zette me aan het denken en ik geef het niet graag toe, maar manlief had gelijk. Ik was zo druk bezig om alles zo te krijgen, alsof we het perfecte gezin waren dat zo uit een boek leek te komen, dat ik 'vergat' dat onze lieve zoon nooit aan de maatstaven van de maatschappij zou kunnen voldoen. Geen carriëre maken, geen goedbetaalde baan vinden, geen grote vrijstaande villa of dure auto onder zijn kont. En weetje, eigenlijk vergaat de wereld niet, als het even wat minder perfect verloopt. Wie maalt er nou om dat onze dochter de verkeerde legging bij haar jurk aan heeft getrokken? Wie kijkt me er op aan als ik onze zoon een keer met omgekamde haren op het schoolplein afzet? Voor wie is dat grote huis en die dure auto nu eigenlijk belangrijk? We zijn wie we zijn en wie daar moeite mee heeft, moet maar niet meer langskomen. Zoals ik hierboven al schreef, nobody's perfect, maar wie is nou eigenlijk nobody? Ik ken deze persoon niet en eigenlijk wil ik deze persoon helemaal niet kennen.

dinsdag 8 mei 2012

Tja....

Gisteren hebben we Daan weggebracht. Daan wordt gedurende drie weken opgenomen in de Hans Bergerkliniek. Hij zal daar zowel overdag als 's nachts blijven, alleen in de weekenden komt hij naar huis. Een erg zware beslissing die we hebben genomen, maar wel een belangrijk besluit om meer te weten te komen over Daan. Daan zal uitgebreid geobserveerd worden en er zullen nog verschillende testen met hem worden gedaan. Alles wordt geëvalueerd door een kinderneuroloog, psycholoog, logepediste en groepsleiding waarna er een gesprek met ons volgt. Er wordt gekeken naar zijn slaapgedrag, eetgedrag, eventuele autistische kenmerken en zijn ontwikkeling en zijn gedrag in het algemeen. Hopelijk krijgen we nu een zo duidelijk mogelijk beeld van Daan en krijgen we handvaten aangereikt hoe om te gaan met Daan om er voor hem en, zeker niet onbelangrijk, ook voor ons, een zo'n prettig mogelijk leven van te maken.

Ondanks dat het erg zwaar viel om Daan weg te brengen en we hem heel erg missen, heerst hier op dit moment ook een rust in huize Jansen. Onze andere kinderen zijn rustiger, krijgen even de aandacht waar ze vaak zo hard om moeten gillen. Tijdens het avondeten viel het me op. We zaten aan tafel zoals ik altijd voor ogen had. Iedereen kon zijn zegje doen, liet elkaar uitpraten. We hoefden niet steeds te mopperen om de rust te bewaren. Er werden grapjes gemaakt, gelachen, zonder dat er meteen iemand erg druk doorheen gilde. Er heerste een rustige aangename sfeer. Pas toen viel het me op hoe de sfeer vaak wordt bepaald door Daan. Wat een druk er op ons gezin ligt met de zorg voor Daan. En niet alleen op Bart en mij, maar vooral op Gijs, Juul en Pleun. Ik zag 3 hele andere kinderen. Ik werd weer met mijn neus op de feiten gedrukt. We zijn GEEN normaal gezin, hoe hard ik ook mijn best doe om zo normaal mogelijk te zijn. Maar gisterenavond waren we wel heel even een normaal gezin.

Natuurlijk mis ik Daan. Ik merk het aan de rust die er nu is. Overdag gaat het nog wel, anders zou hij op het Zonnelicht zijn geweest, maar met name de middag na schooltijd, tijdens het avondritueel en met het opstaan is het leeg in huis ondanks dat er nog drie andere kinderen rondlopen. Ondanks het gemis, merk ik dat het voor even ook wel goed is zo. Ik ben wat ontspannender, geef de andere kinderen oprechte aandacht zonder met een half oor of oog bij te houden wat Daan aan het doen is. Ik voel de vermoeidheid die ik anders onderdruk om maar door te blijven gaan. Ik ben gisterenavond als een blok in slaap gevallen op de bank, ben doodmoe doorgegaan naar bed om daar weer als een os te gaan liggen snurken. Nog nooit heb ik zo diep en vast geslapen.

Het gaat in deze komende periode niet alleen om het loslaten van Daan, ook het nadenken over hoe nu verder, speelt een belangrijke rol. Gijs, Juul en Pleun verdienen geen tweede plaats in ons gezin. Iedereen is gelijk voor ons. Niet alles draait alleen om Daan. Hoezeer we hier ook voor waken, toch merk ik nu dat dat wel gebeurd. En dat verdienen ze niet! Dus zullen we verder moeten gaan kijken wat de mogelijkheden zijn voor Daan. Welke opvang- en logeermogelijkheden er zijn voor hem. Wat er het beste bij hem past en waar wij ons prettig bij voelen. Het gaat niet om het niet aan kunnen van de zorg, maar om het op tijd opladen van mijn batterij, zodat ik nog beter voor Daan kan zorgen. Om Gijs, Juul en Pleun datgene te geven waar ze zo hard om roepen. Aandacht!! Er helemaal voor ze zijn. En om me zo op zijn tijd even weer te laten zijn, wie ik zo graag zou willen zijn. Een gewone mama en bovenal gewoon Claudia!

zaterdag 5 mei 2012

Hulp

Hoe doen jullie dat toch allemaal? Tja, hoe doen wij het allemaal? Allereerst wil ik natuurlijk zeggen dat we het SAMEN doen. Bart en ik zijn een team, erg goed ingespeeld op elkaar en we denken gelukkig vaak hetzelfde over belangrijke zaken. Denken we niet hetzelfde dan gaan we daarover in gesprek, maar uiteindelijk kunnen we ons er allebei in vinden. We zitten op dezelfde golflengte en dat is erg fijn. Niet alleen betreft de opvoeding van onze kinderen, maar ook in de omgang met andere mensen. Welke dromen we nog najagen en waar we waarde aan hechten. Wat we nog willen bereiken in ons leven en wat we al bereikt hebben.

Nu is het natuurlijk zo dat we ook de nodige hulp krijgen als we er om vragen, maar daar schuilt juist ons probleem. We vragen niet zo vaak om hulp. Wij vinden dat we alles alleen op moeten lossen. Wij hebben tenslotte gekozen voor vier kinderen. Wij hebben gekozen voor een druk gezinsleven en andere hoeven daar geen 'last' van te ondervinden. Doordat we pas om hulp vragen als het echt niet anders gaat, cijferen we onszelf te vaak weg. En dat is soms funest voor hoe we ons voelen. Gelukkig weten we dit van elkaar en praten we erover tot we ons beide weer happy voelen met ons leven.

Soms komt er hulp vanuit onverwachte hoek. Mensen tonen hun oprechte interesse en belangstelling in ons gezin en leven mee met de moeilijke periodes in ons leven. Ze stellen iets voor, waar we nog niet aan hadden gedacht en denken met ons mee. Ze geven ons dat schouderklopje waar we op dat moment even behoefte aan hadden. Ze luisteren naar ons verhaal ook al vinden ze hun eigen verhaal ook belangrijk. Ook dit is namelijk een grote hulp voor ons. Het geeft ons een gevoel van waardering, dat we er toe doen en dat we ook maar mensen zijn. Een huisarts die me mijn verhaal laat doen en meteen serieus neemt, een oom en tante die vragen of de kindjes ook al een dag eerder mogen komen, want het is zo gezellig als ze blijven logeren. Een vriendin, alleen voor haar zorgintensieve kind zorgt, naar onze verhalen luistert en ons vertelt dat ze zoveel bewondering heeft voor ons en voor ons gezin. Een vriendin die me iedere keer complimenten geeft over mijn blogs en zo laat weten dat ze ze gelezen heeft. Lieve vrienden die Daan accepteren zoals hij is en waardoor wij ons ook kunnen ontspannen tijdens een weekendje weg met al onze kinderen.

Misschien laten we het niet altijd even duidelijk merken, maar we vinden het reuzefijn dat deze mensen in ons leven zijn en hopelijk ook nog lang willen blijven. Het doet ons goed en we voelen ons daardoor gesterkt, zodat we als we het even niet meer zien zitten, hieraan terug denken en er weer voor gaan. Het is fijn om zulke mensen in ons leven te hebben. Deze mensen weten dat ondanks dat we niet om hulp vragen, het soms fijn is als er toch hulp wordt geboden. In welke vorm dan ook...

Gevoel of verstand

Soms zijn er van die momenten dat het gevoel en het verstand het maar niet eens kunnen worden met elkaar. Je gevoel zegt je precies het tegenovergestelde van wat je verstand je verteld. Je zal een keuze moeten maken en je zal proberen om die keus voor beide zo gunstig mogelijk uit te laten pakken. Uiteindelijk is een van de twee toch het sterktste en wint het van de ander. Ik ben meer een gevoelsmens en geneigd om vanuit mijn gevoel te redeneren. Helaas gaat dat niet altijd en gelukkig heeft mijn verstandelijke ik dan ook nog wat in te brengen.

Nu echter hebben ze al een tijdje ruzie met elkaar. Ik krijg het maar niet uitgepraat tussen die twee en heb al wel een keuze gemaakt, met mijn verstand, maar mijn gevoel blijft protesteren. Het voelt als een verkeerde beslissing, maar verstandelijk weet ik ook wel dat het beter is als we dit zo doen. Wat is er aan de hand waardoor mijn gevoel en verstand zo tegen elkaar in gaan? Welke moeilijke beslissing hebben Bart en ik moeten nemen? Hoe weten we of het de juiste beslissing is geweest? Natuurlijk is het duidelijk dat het om Daan gaat, maar wat speelt er nu precies?

Wat mankeert Daan precies? Deze vraag is mij al vaak gesteld. Ik kan er geen kort en duidelijk antwoord op geven. Vaak volgt er een opsomming van allerlei dingen, maar echt één antwoord kan ik er niet op geven. Eigenlijk weet ik het zelf ook niet precies. Er is nog nooit een diagnose gesteld. Er is nog nooit iemand geweest die ons op papier heeft gegeven wat Daan nu precies mankeert. Het is allemaal een beetje natte vinger werk. Ik zie en merk vanalles aan Daan, herken veel vanuit mijn werk, maar ik ben ook geen dokter. Bovendien zou het toch ook fijn zijn als het bevestigd zou worden door iemand die ervoor heeft geleerd. We doen nu tenslotte maar gewoon iets, maar als we weten wat er met Daan aan de hand is, weten we ook of we hem wel op de juiste manier begeleiden en benaderen.

Dus zijn we weer opnieuw gestart met diverse onderzoeken en gesprekken. Een aantal hebben we al achter rug, zoals de 24-uur EEG en de MRI-scan. Maar de moeilijkst staat ons nog te wachten. Daan zal namelijk gedurende 3 weken intern worden opgenomen bij de Hans Berger kliniek. Hij zal daar tijdelijk gaan logeren, zijn dagbesteding daar gaan volgen en in de weekenden naar huis komen. Een psycholoog, een logopediste en de groepsleiding zullen hem dan uitvoerig observeren, er zullen nog testen worden afgenomen en hopelijk kan er na dit alles een diagnose worden gesteld. Dat is uiteindelijk hetgeen waar we dit allemaal voor doen.

Ik heb er veel tranen om gelaten, want het voelt zo verkeerd om Daan weg te brengen. Waarom willen we persé een diagnose? Ik zie zo ook wel dat er met Daan iets niet goed is. Zoals ik hierboven al beschreef is het fijn om te weten of we Daan op de juiste manier aanspreken en benaderen. Wellicht wordt er het een en ander duidelijk gezien de toekomst en kunnen we ons daarop gaan voorbereiden, maar jammer genoeg vraagt ook de maatschappij om een officiële verklaring van een medici. Zolang er nog geen diagnose is gesteld, kost ons dat zoveel meer rompslomp. Steeds weer uitleggen, onderbouwen en verklaringen afgeven is erg vermoeiend. Dus hoop ik met heel mijn gevoel, dat het uiteindelijk het verdriet en de dilemma's allemaal waard is.

Puur op het gevoel

Toen Daan nog een klein Daantje was, merkte ik tijdens het wassen wat vreemds aan hem. Ik waste hem met een nat washandje en er kwam geen reactie, maar zo gauw ik hem waste met een washandje met zeep, verkrampte hij en begon oorverdovend te krijsen. Voor veel mensen zou dit geen opvallende gebeurtenis zijn. Ze zouden denken dat de zeep te koud was of misschien zouden ze wel helemaal niks denken. Bij mij begonnen er echter meteen alarmbellen te rinkelen. Misschien ook omdat ik toen een bewoonster op de groep had, die een tactiele afweer had. Of zoals het ook wel met een mooi woord wordt genoemd 'sensorische integratie stoornis'. De zintuigen van deze mensen werken anders dan bij de meeste van ons.

Doordat ik deze ervaring had, zag ik bij Daan ook opvallende dingen. Zo wilde Daan nooit mijn vinger vastpakken. Hij trok zijn handje weg, alsof het iets heel vies was, wat hij vast moest pakken. Ook het ontspannen tegen mij aan liggen, heeft Daan nooit gedaan. Zo min mogelijk lichaamskontakt. Uiteindelijk kwam ik bij een kinderfysiotherapeute en zij gaf het beestje meteen een naam. Gelukkig wist zij ook hoe er mee om te gaan. Pas toen kwam ik er achter dat er heel veel dingen niet prettig waren geweest voor Daan, althans dat dacht ik te zien aan zijn reactie, want het verwoorden kon hij niet. Zo voelde de aai over zijn bolletje voor hem niet zoals ik het bedoelde en was het eten van vast voedsel een ware hel voor hem.

Ik begon met borsteltherapie, zodat Daan kon leren met het gevoel om te gaan. Dit heeft hem wel geholpen, maar op sommige momenten zie ik het toch terug. Het moeilijke is dat Daan niet kan uiten hoe hij iets ervaart en hoe iets voor hem voelt. Ik doe het puur op mijn gevoel. Kijk goed naar hem en houd altijd in mijn achterhoofd dat dingen bij hem anders binnen kunnen komen. De bewoonster van mijn werk kon zich wel verwoorden en wist erg goed uit te leggen dat de douchestralen voor haar helemaal niet ontspannend zijn, maar dat het voelde alsof zij met honderden naalden in haar hoofd werd geprikt. Dit is natuurlijk afschuwelijk. Net zo goed, als dat een klopje op haar schouder, zo pijnlijk voor haar was, dat het leek of ze een blauwe plek had.

Zo bleek ook de oorzaak gevonden voor het slechte eten van Daan. Waarom hij zo'n moeite had met vast voedsel en waarom hij op dit moment zo'n moeite heeft om met de pot mee te eten. Daan kan ons namelijk niet vertellen hoe het voelt als hij een hap rijst moet nemen. Misschien lijkt het voor hem wel op steentjes. En wie eet er nu graag steentjes? Om over de smaak nog maar niet te spreken. Niet alleen het eten is een probleem, ook het nagels knippen, oren schoonmaken, haren kammen en wassen of knippen levert problemen op. En misschien ook wel het geluid. We weten niet hoe harde muziek bij Daan binnen komt, hoe hij dit ervaart. Alleen de aanrakingen en het eten zijn duidelijk voor ons. Omdat Daan op deze momenten heel duidelijk zijn afkeer en ongenoegen uit.

Hoe we hiermee om moeten gaan, weten we niet. Wanneer kunnen we van hem verwachten dat hij iets wel doet, terwijl het misschien helemaal niet prettig of nog erger pijnlijk voelt voor hem. Doen we er goed aan om hem iedere avond een hap van onze warme maaltijd te laten nemen, zodat hij de smaak leert kennen en wellicht met de pot mee zal gaan eten. Ik doe het 'puur op het gevoel. Het is alleen zo jammer dat mijn gevoel en dat van Daan niet op dezelfde golflengte zitten.

vrijdag 30 maart 2012

School

We wisten het al wel een tijdje. Om precies te zijn vier jaar geleden. En om nog preciezer te zijn,  we weten het al vanaf 21 mei 2008. Die dag werd onze eerste dochter geboren. En nu bijna vier jaar later, gaat ze straks naar school. Ons kleine, maar ook alweer grote meisje. Er zijn van die dingen die staan zo'n beetje vast in ons leven. Zo ook de allereerste schooldag. Juul begint er ook steeds meer naar toe te leven ook al weet ze volgens mij nog niet precies wat het allemaal inhoudt. Maar dat je er erg groot en slim van wordt, dat ziet ze wel van haar grote broer Gijs. Dus nog even en zij is straks ook zo groot en slim, alleen zal dat niet meteen na de eerste schooldag zijn.

Bij Daan stond deze dag niet vast. Het was zelfs nog maar de vraag of hij ooit wel naar een vorm van onderwijs zou gaan. Na die eerste diagnose, zo rond zijn 1e jaar, hadden wij dit nooit kunnen denken. We hadden er nog niet eens van durven dromen. Maar Daan heeft toch maar even laten zien, hoe goed het eigenlijk met hem gaat. Wat hij allemaal wel kan en snapt. Hoeveel hij heeft geleerd, wat voor sprongen hij heeft gemaakt de afgelopen jaren. En nu is het dan ineens zo ver. Ook voor Daan is de 1e schooldag een feit.

Zonder dat ik er bij stil had gestaan, flitste het ineens door mijn hoofd dat we straks, na de zomervakantie, voortaan drie schoolgaande kinderen hebben. Wie had dat ooit kunnen denken, dat ik dat kon zeggen. Ik heb 3 kinderen op school en nog een deugnietje thuis.We zijn zo blij met dit goede nieuws, het is zo'n enorme vooruitgang voor hem. Er komen weer nieuwe uitdagingen, er zijn nog meer dingen te leren en te ontdekken, nieuwe indrukken kunnen worden opgedaan en bovenalles voelen wij ons erg trots. Dit heeft Daan toch maar mooi weer bereikt. Ook dit nemen ze hem niet meer af.

Ondanks dat ik zo trots ben op ons mannetje, komen er ook heel veel vervelende gedachten in me op. Zo erg dat ik er soms koude rillingen van krijg. Het benauwd me eigenlijk een beetje. Naar school betekent ook afscheid nemen van het vertrouwde dagverblijf. Waar iedereen hem kent, waar alles zo bekend is en vooral ook erg beschermd. Doordat Daan nu naar school mag, hoort hij op dit moment op het dagverblijf natuurlijk bij de grotere kinderen. Maar straks is ons kereltje weer een van de kleinste. Kan hij zich wel duidelijk maken? Is hij weerbaar genoeg? Weet hij hoe om te gaan met oudere en verder ontwikkelde kinderen? Zal hij er wel kunnen wennen en er zich prettig gaan voelen? Maken we wel de juiste keus voor hem? Zullen ze hem niet over het hoofd zien en hem er verloren bij laten lopen op het grote schoolplein? Of zal hij zich daar straks ook beschermd en veilig voelen?

Hoe trots ik ook ben, het doet me ook een beetje verdriet. We zijn weer een stukje dichterbij de zelfstandigheid van Daan. Ik zal hem weer een beetje meer los moeten laten. Er op vertrouwen dat andere mensen ook het beste voor hebben met Daan. Er alles aan zullen doen om uit hem te halen wat in hem zit. Zijn nieuwsgierigheid prikkelen, zijn ontwikkeldingen nemen zoals ze zijn en er op de juiste manier mee omgaan. Natuurlijk weet ik ook wel dat de mensen van zijn toekomstige school hier voor hebben geleerd. Ze hebben er zelfs een speciale opleiding voor gevolgd. Maar waarom is het dan toch zo'n grote stap?

Ons mannetje en ons meisje...allebei gaan ze naar school. En natuurlijk zal ik straks bij beide een traantje wegpinken en zit ik de eerste dag snotterend thuis. Ons meisje redt zich wel, zij is mondig genoeg om voor zichzelf op te komen. Ze heeft in de pauzes haar grote broer, die ze de eerste dagen misschien wel extra zal helpen tijdens moeilijke momenten. Ons mannetje zal het alleen moeten doen. Ook hij komt er wel. Zo op zijn eigen manier. En ik? Ik zal hem steeds een beetje meer los moeten laten, maar zoals ik ooit eens ergens heb gelezen. Ik laat hem niet los, ik houd hem alleen anders vast. En met die gedachte in mijn hoofd, kom ook ik er wel......hoop ik.

vrijdag 9 maart 2012

Herinneringen

Tijdens mijn vlaag van opruimwoede kwam ik vanmorgen foto's tegen. Foto's van toen we elkaar net kenden, foto's van een uitstapje met een vriendengroep die we nu zelden nog zien of spreken, trouwfoto's, foto's van mezelf met een piepkleine Gijs, voor de eerste keer mama. Allemaal foto's van heel lang geleden, tenminste zo lijkt het. 'Wat was ik toen nog een stuk dunner' is het eerste wat er door mijn hoofd schiet. Tja, er kan veel veranderen in tien jaar tijd, sust mijn innerlijke zelf. En of dat er veel kan veranderen in tien jaar tijd. Ik kijk nog eens met een glimlach naar alle foto's en haal dierbare herinneringen in mezelf op. Wat waren we toen nog jong en onbezorgd. Misschien wel een tikkeltje naïef. We dachten dat we de hele wereld al hadden gezien, ervaringen voor het leven hadden op gedaan, maar eigenlijk kwamen we pas net kijken.

We wisten nog niks van alles wat de komende tien jaren zou gaan gebeuren. Hoeveel ons leven zou veranderen, welke keuzes we moesten maken, wat voor zorgen we zouden hebben. Ik vraag het mezelf weleens af, zouden we, als we toen wisten wat we nu weten, anders hebben geleefd? Zouden we bewuster hebben geleefd en andere keuzes hebben gemaakt? Zouden we dezelfde personen zijn geworden als wie we nu zijn of zouden we misschien een heel ander leven hebben geleefd.

Vroeger wilde ik maar wat graag weten wat de toekomst me zou brengen. Vaak waren dat dingen die toen, naar mijn mening, van levensbelang waren. Wat voor werk zou ik gaan doen? Welke reizen zou ik gaan maken? Waar zou ik wonen? Zou ik gaan trouwen en hoe zou mijn bruiloft eruit zien? Hoeveel kinderen zou ik krijgen? En ook niet erg onbelangrijk, zou ik misschien wel heel rijk zijn? Uiteindelijk is het goed dat ik niet heb geweten wat de toekomst ons zou brengen, we hebben levenslessen geleerd, die belangrijk voor ons waren. Die ons hebben gemaakt tot de personen wie we nu zijn. Levenslessen die soms een harde leerschool zijn geweest, maar die ons uiteindelijk ook weer verder hebben gebracht. We hebben ervaringen opgedaan, die we anders wellicht hadden moeten missen.

Nog steeds zou het soms fijn zijn te weten wat de toekomst ons brengt. Met name rondom de zorgen voor Daan. Hoe verloopt zijn ontwikkeling? Wat kunnen we nog verwachten en hoe kunnen we ons daar het beste op voorbereiden? Hoe zullen onze andere kinderen omgaan met Daan? En zijn omgeving? Gaat Daan ooit naar school? Wat zal hij daar leren en hoe gaat hij dit gebruiken? Wat kunnen we nog verwachten van alle regeltjes, veranderingen, zinloze besluiten van de regering? Welke zorg kan onze zoon straks nog krijgen? Is er nog wel zorg voor hem of zullen we straks alles zelf moeten doen? Maar eigenlijk is het ook maar goed om niet te weten wat er ons nog staat te wachten. We zouden onszelf misschien tekort doen en niet de personen worden die we over tien jaar hopen te zijn...

donderdag 8 maart 2012

Schoenen

Eigenlijk wist ik het al wel langer, maar zolang het niet wordt gezegd, is het er niet. Struisvogelpolitiek noemen ze dat, geloof ik. Je steekt gewoon je hoofd in het zand en dan hoor en zie je niks meer. Afgelopen woensdag werd ik echter ,via mijn kontveren, dat was tenslotte het enigste wat er nog boven het zand uit stak, ruw uit het zand getrokken. Zo gaat het wel vaker en ik werd meteen weer even met mijn neus op de feiten gedrukt. Daan is toch echt een gehandicapt kind! En dat weet ik natuurlijk ook wel, maar ik kan mezelf ook goed voor de gek houden. Ik kleed hem leuk aan, geef antwoord als ze hem iets vragen en praat erover alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Maar woensdag werd ik terug gefloten en ben ik 's avonds weer heel even die verdrietige moeder, die zo graag wil dat alles eens normaal gaat. Gewoon, omdat ik dat zo graag zou willen, omdat ik zo moe ben van al het geregel, het gepieker en de onzekerheid.

Nu duurde dat momentje maar heel even. Ik heb bij Bart uitgehuild, ik heb gemopperd en gevloekt en daarna mijn schouders gerecht. Ik ga er weer voor! Er zijn ergere dingen, vele ergere dingen. Er zullen nu vast mensen zijn, die mij hun zorgenkind willen laten zien, laten zien dat het allemaal wel meevalt. Wat ik ook echt wel weet, want ons kind kan tenminste lopen.Ook al zei de arts zoveel jaren geleden dat hij nooit zou kunnen lopen. Hoe hij dan loopt en op wat voor schoenen, is eigenlijk helemaal niet belangrijk. Hij loopt! Hij kan zelf weglopen als iets hem niet zint, is niet afhankelijk van andere om hem te verplaatsen. Maar toch was het even slikken toen de beste man woensdag zei, dat Daan het niet meer zou redden met steunzolen. Dat hij echt naar aangepaste, orthopedische schoenen moet. Nu zien ze het straks meteen aan hem, er is geen twijfel meer over mogelijk. Daan is gehandicapt.

Uiteindelijk weet ik ook wel dat dit nodig is voor Daan. Hij moet gewoon goed leren lopen, heeft steun nodig en dit hoort erbij. Ik wist het al langer, maar zolang het niet werd gezegd, was het er niet.
Maar zoals een vriendin mij zei, nu zien de mensen aan Daan zijn schoenen, dat er iets met hem aan de hand is, anders zouden ze het niet aan zijn schoenen zien en hem misschien alleen een raar kind vinden. Zo is het eigenlijk maar net! Voor de buitenwereld is het meteen duidelijk en ik zal er gewoon aan moeten wennen.

Goed

Hoe gaat het nou met jou? galmt het uit de radio. Een simpel en vrolijk liedje dat ik uit volle borst meezing. Maar wat is nu eigenlijk het antwoord op de inmiddels zo bekende vraag. Dat zou ik nou weleens willen weten. Hoe gaat het eigenlijk met mij? Goed, is dan eigenlijk wel het eerste woord dat in me opkomt. Maar je hebt 'goed' en je hebt 'goed'. Een en hetzelfde woord, maar met twee totaal verschillende betekenissen. Afhankelijk van welke persoon dit woord als antwoord van mij krijgt, kan ik kiezen tussen goed1 en goed2.

Goed1 is voor mensen die door het stellen van deze vraag al duidelijk hebben gemaakt geen ander antwoord te willen horen dan 'goed'. Al het andere is onbelangrijk, niet interessant en vooral erg vermoeiend. Soms geef ik weleens per ongeluk het verkeerde antwoord. Daar word ik dan vrijwel meteen voor gestraft. Gezicht gaat op stand ongeïnteresseerd, er klinkt een niet hoorbare, maar wel zichtbare zucht en na mijn antwoord, komt het gesprek steevast op zichzelf uit. Hoe haalde ik het ook in mijn hoofd om iets anders dan 'goed1' te antwoorden? Daar zaten ze toch helemaal niet op te wachten? Hun leven en zorgen zijn altijd belangrijker dan die van een ander.

Goed2 daarentegen is voor mensen die mij een prettig gevoel van geInteresseerdheid geven. Zij stellen deze vraag eigenlijk meer als opening voor mij, omdat ze zien dat het allesbehalve goed gaat. De tweede vraag die ze dan ook vaak stellen is dan ook 'en hoe gaat het nu echt?' Ze laten me mijn verhaal vertellen, leven met me mee. Denken mee over een eventuele oplossing of bieden hun hulp aan daar waar mogelijk. Ze tonen begrip en medeleven. Niks is gek of raar, wij zijn net zo belangrijk als een ieder ander. Ze stellen zelfs na verloop van tijd dezelfde vraag nog eens.

Zo zie je maar dat een woord twee totaal verschillenden betekenissen kan hebben. Of ik goed1 of goed2 heb geantwoord, toen je mij deze vraag stelde, dat is iets wat alleen jij en ik weten. Maar het zal vast wel goed2 zijn geweest, want anders had je dit nu ook niet gelezen.

Klokzindelijk

Even had ik een gevoel van euforie. Eindelijk hadden we weer een vooruitgang geboekt en had Daan de wereld een poepie laten ruiken. Zou het dan toch? Na zes en een half jaar? Eindelijk een begin van klokzindelijkheid? Daan had al twee keer op de wc gepoept. Beide ochtenden had hij een volle nachtluier, maar beide keren geen ontlasting. Meestal heeft hij dat wel, dus ik besloot hem eens op de wc te zetten. Vlot poepte hij een flinke drol. Wat waren we trots op hem! Groot applaus, uitgebreid gecomplimenteerd en meneer glunderde zelf ook helemaal van trots. Aan iedereen die het maar wilde horen, werd het verteld. 'Ikke, dollie maakt.' Ook de volgende ochtend ging het weer op dezelfde manier. Er kwam een gevoel van hoop, blijdschap en trots. Zou dit dan het moment zijn dat eindelijk het kwartje was gevallen en hij het nut van een wc snapte? Vol goede moed zette ik hem dan ook de volgende ochtend op de wc, maar helaas de drol bleef niet. Daan wipte er vrijwel meteen weer vanaf. Na hem verplicht vijf minuten te hebben laten zitten, was de wc echter nog steeds zo leeg als dat hij was voor Daan erop werd gezet. Helaas, maar ik was niet voor een gat te vangen. Misschien dat hij 's middags wel moest poepen, maar ook toen leverde het geen gevulde toiletpot op. De volgende dag dan maar weer een nieuwe poging wagen. Maar ook toen kwam niet het zo gewenste resultaat.

Tien minuten later was dat resultaat er wel. In zijn droge luier! Meneer had er niets eens last van, lag op zijn gemak nog in ons bed televisie te kijken. Maar ik was nog niet helemaal ontmoedigd. Toen we echter Gijs naar school gingen brengen en ik ineens in de auto een stinkende poeplucht rook, wist ik dat het toeval was geweest die twee ochtenden. Voorlopig hier dus nog geen klokzindelijk kind. Misschien dat we maar eerst met het klok lezen moeten gaan beginnen...

maandag 13 februari 2012

Peuterpuberteit

'Nee', klinkt het luid en duidelijk. 'Nee,nee'. word er nog een keer door Daan herhaald. Voor het geval ik het nog niet doorheb, zegt hij ook nog even 'niet'.  Nu moet het mij wel duidelijk zijn, dat hij het er niet mee eens is.Het is Daan echter nog niet helemaal duidelijk dat 'nee' en 'niet' vaak dezelfde betekenis hebben, maar het is hem wel duidelijk dat hij door deze woorden zijn ongenoegen kan laten merken. Sinds hij doorheeft dat hij een eigen individuutje is met een eigen wil, roept hij te pas en te onpas 'nee en niet'. Om moe van te worden, want hij is dus ook niet gevoelig voor uitleg waarom iets niet kan of mag. Lachend kijkt hij me aan 'nee,nee' zegt hij dan. Als ik volhoud, begint zijn gemopper. Hij laat een luid gejengel horen om vervolgens hard en duidelijk 'nee' te gillen. Om het drama nog wat kracht bij te zetten, pakt hij jammerend naar zijn hoofd of hij laat zich op de grond vallen. Natuurlijk houdt hij er geen rekening mee waar we op dat moment zijn. Gevoelens van schaamte, die zijn bij hem jammer genoeg nog niet ontwikkeld..

We hebben nog geen gesprek gehad op zijn dagverblijf, zodoende hebben we ook nog geen verslag van zijn psychologisch onderzoek, maar dit alles is eigenlijk niet eens nodig. Ons kind zit duidelijk in de peuterpuberteit. 'Daan, lust je smeerkaas op je boterham?' 'Nee. Pasta'. Dat lust ie helemaal niet, maar hij vraagt er wel om. Zou hij dan eindelijk gaan experimenteren met andere smaken en ander eten? Dus smeer ik een boterham met pasta. 'Alsjeblief Daan, voor jou.' Hij bekijkt zijn bord om het vervolgens met een flinke zwaai bijna van tafel te vegen. 'Neehee' klinkt het op een boze toon. 'Daan, jij wilde pasta op je boterham'. 'Niet'. Zucht...

We zitten echt midden in de 'ik ben twee-fase'. Ik vrees dat wij onze borst nat kunnen maken. Dit zal niet zomaar in een paar maanden over zijn. Sterker nog dit zal waarschijnlijk ook niet in een jaar voorbij zijn. Dat is dan weer het voordeel van een kind met een ontwikkelingsachterstand, we mogen hier optimaal van genieten. Voor hoelang? Op welke manier? Geduld is nu waarschijnlijk het enige redmiddel, dus als iemand nog wat geduld over heeft...graag doneren bij huize Jansen!