Daan

donderdag 9 januari 2014

Daag, peuterspeelzaal. Hallo basisschool!

Vandaag was dan de grote dag. Pleun telde de dagen fanatiek af, maar ik stelde ze eigenlijk het liefste uit. Onze mini, de jongste van de vier, nam vandaag afscheid op de peuterspeelzaal. Eindelijk zou ze dan voor het echt naar school gaan. Niet alleen even om te oefenen, nee gewoon net zoals haar grote broers en zus, fulltime naar school. Geen flauwekul, boterhammen mee en gaan. Ze wist al hoe het er aan toeging, had zelfs al meer dan normaal mogen oefenen, want dat ze er klaar voor was, stond als een paal boven water. Eigenlijk hoefde ze niet eens naar school. Ze sloeg, voor het gemak, maar een paar stappen over. Als ze vier werd, ging ze op kamers wonen, aldus onze mini zelf. Deze mening heeft ze bij nader inzien hersteld en nu snapt ze dat je op school ook nog heel veel nuttige dingen kunt leren. Kortom, Pleun was uitgespeeld op de peuterspeelzaal.

Iedere ouder herkent ongetwijfeld het moment, waarop je weet dat je kind toe is aan school. Het verveelt zich zichtbaar thuis en niks is meer leuk en interessant. Er moeten nieuwe uitdagingen komen. Eerlijk gezegd, herkende ik deze momenten pas voor het eerst bij Pleun. Natuurlijk riep ik het ook wel bij Gijs en Juul, bij Daan lag het heel anders. Maar zo duidelijk als ik het merkte bij Pleun, zo was het bij de andere helemaal niet. Gijs en Juul vonden school helemaal niks, tranen met tuiten werden er iedere dag gehuild. Ze wilden thuis blijven of terug naar de peuterspeelzaal. Hoe anders is het met Pleun. Ze stapte de eerste dag vol trots en bijna fluitend de klas in. Het was de normaalste zaak van de wereld. Inmiddels heb ik ook met haar al de nodige huilmomenten gehad en er zullen er vast nog wel meer volgen. Maar ook dat hoort erbij, bij onze kinderen tenminste wel.

Bij ieder kind heb ik de nodige tranen weggeslikt, maar er ontsnapten er altijd ook een aantal. Het blijft toch een bijzonder moment om een periode af te sluiten en verder te gaan naar een volgende periode. Op welke manier dan ook, brengt het je kind toch weer een stukje dichterbij zijn zelfstandigheid. Loslaten heet dat, maar op sommige momenten heb ik er toch iets meer moeite mee en moet ik wat harder mijn tranen inslikken.

Heel lang kon ik het voor me uitschuiven. Eerst nog alle feestdagen zien te overleven, dacht ik. Maar ineens ging de tijd toch sneller dan ik had verwacht. De vakantie is nog maar net voorbij en het is al zover. Mijn kleine meisje, dat zóóó graag groot wil zijn, wordt dan toch echt vier jaar. Mijn gedachten gaan automatisch terug naar vier jaar geleden. Toen liep ik nog puffend rond met een dikke buik, zuchtend dat ze er wel erg lang de tijd voor nam om zich voor te komen stellen. Alle mooie momenten, al verdrietige momenten, alle herinneringen. Ze schieten in een flits voorbij en ik besef dat de tijd echt veel te snel voorbij is gegaan. Ik weet nog dat ik, in het kraambed tegen mezelf zei, dit is de allerlaatste keer. Nu ga ik echt genieten en probeer ik de mooie, bijzondere momenten van die eerste week bewust te beleven. Ik heb intens genoten, maar voor ik het wist was ons meisje alweer vier maanden oud. En toen ik met mijn ogen knipperde, was ze alweer één jaar. En nu? Nu wordt ze vier, onze lieve,kleine Pleun. Wat is er gebeurd met die andere jaren? Waar zijn ze gebleven? Hoe kan het toch, dat de jaren voorbij zijn gevlogen? Het lijkt wel of de tijd steeds sneller gaat. Op sommige momenten zou ik heel even de tijd stil willen zetten. Of terugdraaien. 

Heel even maar snuffelen aan dat pasgeboren babytje dat in mijn armen ligt te slapen. Voorzichtig die kleine handjes en voetjes kussen. Haar kale bolletje aaien en genieten van het warme hoopje mens tegen mij aan. Vol van vertrouwen in haar ouders. Nog helemaal blank en onbeschreven. Wat voor persoontje zou ze worden, op wie gaat ze lijken. Wat zouden we allemaal mee gaan maken met haar? Vragen die door mijn hoofd schoten, nieuwsgierig als ik was naar wat de toekomst ons zou brengen, met Pleun. 

Dat speciale, bijzondere gevoel. Ik zou het zo graag nog eens willen voelen. De herinneringen er aan, zitten veilig opgeborgen in mijn hart. Als ik er aan terugdenk, voel ik een warm gevoel in mijn buik kriebelen. Het is niet te beschrijven hoe trots en gelukkig ik ben om haar mama en die van haar broers en zus te mogen zijn. Ook al zijn er momenten waarop ik moet zuchten en ze op dat moment wat minder lief vind. Onze kinderen wonen voor altijd in mijn hart. 

Ik ga ze maar eens een mooie herinnering maken. Door ons meisje eens goed te knuffelen. Stel je voor, dat als ik weer een keer met mijn ogen knipper, er dan plots een tiener voor me staat. Ik voel de tranen al achter mijn ogen prikken, maar ik slik ze dapper weg. Genoeg gesnotterd voor vandaag, genieten ga ik doen!