Daan

woensdag 29 oktober 2014

Toiletbezoek

Sommige zullen mijn blog over mijn toiletfobie weleens gelezen hebben. Voor degene die dit niet hebben gelezen, kan ik je alleen maar tippen om dit, voor of na, het lezen van deze blog vooral eens te doen. 

Mijn kinderen houden niet zo'n rekening met mama's fobie. Sterker nog, zij hebben totaal geen last van schaamte. Zij roepen loeihard door de openbare toiletten dat ze hebben gepoept of dat het er stinkt. Meestal sta ik dan voor de deur te wachten en lach ik maar een beetje beschaamd onder het mom van 'tja, kinderen'. 

Laatst waren we een midweekje in Ponypark Slagharen op vakantie. We waren in het pretpark en de dames van ons gezin moesten nodig een plas. Ik ook. Gelukkig gaat het al steeds beter met mijn toiletbezoek in openbare toiletruimtes. Vooral als blijkt dat er zo'n twintig op een rij zijn. Dus vlug, vlug zochten we een vrij toilet op. Juul wilde naast persé naast mij, Pleun had de eerste de beste vrije toilet genomen. 

Juul begon een vrolijk kletspraatje over een attractie waar we in wilden gaan en ik luisterde met een half oor. Ik humde wat, probeerde zachtjes te antwoorden en ondertussen greep ik mis. Het wc-papier was op!!! Nondepie!! Normaal kijk ik daar altijd naar als ik een toilet kies, maar nu was de nood zo hoog, dat ik dat vergeten was. Gelukkig had ik alleen geplast, bedacht ik me. En er zou vast nog wel een papieren zakdoekje of servetje in mijn tas zitten. Oh nee, die tas hing nog over Daan zijn buggy. Stresssss!!

Psssttt. Juul... fluisterde ik. Geef mama eens een stukje wc-papier. Ik hoorde haar rol draaien. Die is op, mama. K*T, vloekte ik inwendig. En nu? Ondertussen liepen de toiletbezoekers af en aan. Pleun, riep ik nu. Geen reactie. Pleun, riep ik nog wat harder. Ja mama. Ben je al klaar? Ja, ik ben mijn handen aan het wassen. Ik stapte over mijn schaamte heen. Pleun, kun je even wat wc-papier voor mama halen? Waarom? Omdat mijn wc-papier op is. Stilte. Piepstemmend antwoordde ze, dat durf ik niet. Huh?? Hoezo? Dat durf ik niet te vragen, antwoordde ze. Oh, je hoeft het ook niet te vragen, maar even hier pakken. Waar dan? Dit toiletbezoek was echt met stip mijn nummer 1 van de meest uitgebreide toiletconversaties ooit. 

Nou Pleun, je gaat naar een wc die open is. Daar pak je even wat wc-papier en dat geef je even aan mama. Onder de deur door. Oja, pak ook een beetje voor Juul, want bij haar is het ook op.Veel duidelijker kan het toch niet zijn? Ik hoorde haar voetstapjes. Op zoek naar een leeg toilet. Mama, riep ze, ik heb wc-papier. Waar zit je? Nu moest ik ook nog met mijn hand onder de deur door hangen om het aan te pakken. Dit toiletbezoek was echt een dieptepunt van mijn openbare toiletervaringen. Daar zat ik dan. Mijn broek op mijn enkels, mijn hand onder de deur door en een kletsende Juul over de betreffende attractie. Hoeveel erger kon het worden?

Hier mama, Pleun gaf me het wc-papier aan. Twee velletjes!! Het is dat mijn broek al op mijn enkels hing, anders was hij nu echt afgezakt. Twee velletjes wc-papier kreeg ik. Pleun, fluisterde ik, want ze moest nog vlak voor de mijn wc-deur staan. Pleun, ik wil een beetje meer papier. Dat kan niet mama, antwoordde ze. Ik heb ook nog aan Juul gegeven. Pleun, siste ik, ga alsjeblieft nog wat meer papier voor me pakken. Stilte...het enige wat ik nog hoorde was de klapperende deur naar het restaurant. En weg was ze!

Kapper of arts?

Een ongeluk zit in een klein hoekje zegt men weleens, maar als je motorisch niet zo vaardig bent en niet beschikt over de nodige reflexen dan kan zo'n ongelukje toch zomaar wat erger uitpakken. Natuurlijk valt ieder kind weleens. Het zou niet goed zijn als je kind nog nooit een geschaafde knie of een tand door z'n lip heeft gehad. Natuurlijk kan het altijd erger. Ik noem maar even ziekenhuisopname, hechtingen, botbreuken, gips en nog veel meer dingen die je niet in combinatie met je kind moet bedenken. Maar goed, ondanks dat het nog erger kan, zijn we nog wel even rot geschrokken en heeft ons mannetje toch een behoorlijke smakkerd gemaakt.

Ik was op mijn werk en was een bewoonster aan het douchen toen mijn collega binnenliep. Nog voor ik de telefoon aan had gepakt, hoorde ik het enorm gekrijs van Daan al. 'Ik ben ziek' huilde hij, 'moet naar dokter'.  Ik probeerde hem te kalmeren, maar dat lukte niet. Bart legde vlug de situatie uit. Daan was tijdens het wandelen met de honden, gevallen met de step. Het stuurtje sloeg om, Daan hield het stuurtje vast en viel met een rotvaart op het asfalt. Hij heeft niet het reflex gehad om zich met zijn handen op te vangen, dus was hij vol op zijn gezicht gevallen. 

Daar stond mijn man dan. Vier kinderen inclusief attributen en twee honden midden in het park. Daan zat vol met bloed. Maar wat achteraf een bloedneus, afgeschaafd en wel en drie losstaande tanden door zijn lip was, zag er op dat moment erg akelig uit. Het bloed liep langs zijn mond naar beneden. De andere drie zijn opgevangen door de buren en Bart is met spoed met Daan naar de EHBO geraced. Onderweg belde hij mij en zo kwam het dus dat ik tijdens mijn werk ineens een totaal overstuur zijnde Daan aan de telefoon kreeg. 

Gelukkig mocht ik van mijn collega vlug naar het ziekenhuis toe. Ik wist niet wat ik kon verwachten, maar bereidde me voor op het ergste. Eenmaal in het ziekenhuis aangekomen, was de paniekaanval enigszins weg en kroop een verdrietig mannetje op mijn schoot. We moesten nog even wachten op de arts. Of in dit geval de co-assistent. We werden geroepen en mochten in de behandelkamer plaats nemen. Daar moesten we weer wachten tot de arts eindelijk kwam. Daan kreeg weer wat praatjes. En begon vragen te stellen. Wat is dat? Wanneer gaan we op vakantie? Nu? Wanneer is Sinterklaas? Waar is mijn pop en tijger? Kortom de normale vragen die we van hem gewend zijn.

De co-assistent kwam binnen. Een jong gastje nog die dacht wel even met Daan een gesprekje aan te knopen. Precies zoals hij het waarschijnlijk in zijn opleiding heeft geleerd, gaf hij eerst Daan en daarna ons een hand. Hij stelde zich voor en begon een gesprek met Daan. Daarbij negeerde hij ons, want hij zag natuurlijk alleen een kind van bijna negen jaar die heus wel zelf kon vertellen wat er was gebeurd. Ik weet niet of dit een zesde zintuig is van ons, maar misschien dat de meeste mensen qua uiterlijk niet meteen iets zien aan Daan. Op het moment dat hij zijn mond open doet, is toch echt wel duidelijk dat je hier niet met een 'normaal' kind van negen jaar van doen hebt.

Op onze reactie dat Daan een verstandelijke beperking had, knikte de co-assistent even bevestigend en paste zijn stemgeluid aan. Waar doet het pijn, vroeg hij aan Daan. Ik hield mijn adem in. Daan antwoordde dat zijn neus pijn deed en wees daarbij eerst richting zijn buik en toen uiteindelijk toch naar zijn neus. De arts dacht blijkbaar dat het wel meeviel met de verstandelijke beperking, want de volgende vraag was. Kwam er ook bloed uit je neus? Daan keek naar ons en humde uiteindelijk iets, wat de arts als een instemming oppakte. De volgende vraag was nog iets moeilijker. Uit welke neusgat kwam het bloed? 

Daan keek hem niet begrijpend aan. Toen keek hij naar ons en begon tenslotte over de vakantie. Toen was ik er klaar mee. Natuurlijk is het kind in dit geval de patiënt. Maar dit kind kan zelf moeilijk verwoorden wat er is gebeurd. En wat hij vertelt, is eigenlijk niet eens altijd waar. Dus nu kun je het volgens de studieboeken doen of je laat de ouders het verhaal vertellen. Uiteindelijk deed de arts dit ook en liet hij het gesprek met Daan verder voor wat het was. Dat deed hij echter pas, nadat ik hem fijntjes had uitgelegd dat Daan er heilig van overtuigd was dat we bij de kapper zaten en dat de kappermeneer snot uit zijn neus zou gaan halen.

maandag 6 oktober 2014

Back to work

Een paar dagen geleden ben ik weer begonnen met werken. Anderhalf jaar geleden heb ik  besloten om mijn ouderschapsverlof van onze kinderen op te nemen. Ik heb maar een klein contract, waardoor ik anderhalf jaar niet hoefde te werken als ik alles in een keer op zou nemen. Voor ons gezin kwam dat voorstel van mijn leidinggevende precies op het goede moment, want er moest hier thuis het nodige georganiseerd worden. Juul en Gijs hadden nog diverse therapieën, we hadden nog geen diagnose van Juul. Bart was nog aan het afstuderen en langzaamaan liep ik vast. De anderhalf jaar thuis zijn echt fijn geweest om zaken op orde te stellen. Om alles weer in het gareel te krijgen. Om gesprekken te plannen en me te verdiepen in onder andere de diagnose voor Juul met daaruit voortvloeiend de aanvraag voor een PGB.

Anderhalf jaar zijn voorbij gevlogen. Ineens was daar oktober 2014. Samen met Bart heb ik er uitgebreid over gesproken. Zou ik weer terug gaan? Was het niet beter om volledig te stoppen? Maar mijn verlof was onbetaald. En we konden het net redden, maar wat extra inkomen was toch ook niet verkeerd. Bovendien wilde ik zelf toch ook wel graag even iets anders dan alleen maar thuis voor het huishouden en de kinderen zorgen.

Ik wilde er even tussenuit zijn. Ik wilde ook weer iets te vertellen hebben. Natuurlijk kon ik hem wel vertellen dat de bloemkool deze week in de reclame was bij de supermarkt. Dat Willem twee keer had gepoept tijdens het uitlaten en dat de kinderen af wilden spreken. Maar ik wilde iets meer diepgang in mijn gesprekken. Even werken met collega's, samen zorgen voor de bewoners van de groep. Mezelf even Claudia voelen in plaats van mama, vrouw van, verzorgster, kokkin etc. Natuurlijk werd dat hier thuis wel gewaardeerd, maar ik wilde ook nog even voelen wie ik ook alweer was.

En ik wilde geen leven waarin alles draaide om het poetsen van ons huis. Het verzorgen van de dieren en het grootbrengen van onze kinderen. Ik wilde geen leven waarin facebook zo'n beetje je enige contact met de rest van de wereld is. Een leven waarin het alleen maar draait om sport, het weer of weet ik veel wat voor andere onzinnigheden. Ik wilde ook weer eens iets kunnen vertellen. Een beetje meepraten met de rest. En niet uit verveling allerlei statussen posten, hopende op een reactie van de een of de ander.

Nu is het erg druk hier in ons gezin en er zijn weinig momenten waarop ik serieus kan zeggen dat ik me verveel, maar dan toch is het fijn om er even uit te zijn. Ons gezin de boel de boel te laten en mezelf even in een andere omgeving te bevinden. Ondanks dat het werk ook veel raakvlakken heeft met ons gezin, voor degene die niet weten waar ik werk, ik werk op een woongroep voor verstandelijk beperkte mensen. Ondanks dat geeft het me ook veel voldoening en heb ik het gevoel dat ik op mijn manier een steentje bijdraag in de maatschappij. Er zullen vast dagen komen waarop ik me af zal vragen hoe ik het toch allemaal moet combineren, maar dan nog is het fijn om toch iets voor jezelf te hebben. En ik zal niet zo snel opgeven, maar die anderhalf jaar thuis zijn toch erg fijn geweest en kwamen precies op het goede moment.

Dus vorige week was het na anderhalf jaar zover. Natuurlijk was het even slikken. Loslaten moet je ook leren, toch? Maar uiteindelijk is alles goed gekomen. Ik was even Claudia, ik kon zeggen 'ik heb gewerkt' en nu heb ik een paar dagen vrij.Volgende week mag ik weer werken en ik heb er nu al zin in. Blij dat ik een leuke baan heb met lieve collega's, want hoeveel mensen kunnen dat tegenwoordig nu nog zeggen?

Tja...

Iedere dinsdagmiddag ben ik overblijfouder op school. Ondanks dat ik het eigenlijk al druk genoeg heb, vind ik dat het ook een stukje betrokkenheid bij onze kinderen en hun school is. Dus iedere dinsdagmiddag loop ik een half uurtje rond tussen de rennende en spelende kinderen. Aangezien het een kleine school is, ken ik de meeste kinderen wel van naam. De meeste kinderen kennen mij ook wel van naam of ze weten in ieder geval van wie ik de moeder ben. Soms komen er nieuwe kinderen bij, maar ook daar probeer ik een praatje mee te maken, zodat ik weet hoe ze heten en in welke klas ze zitten. Meestal gaat het er erg gemoedelijk aan toe en de kinderen kunnen zich even heerlijk uitleven. 

Soms tref je weleens een conflict tussen meerdere kinderen en meestal zijn die ook makkelijk op te lossen. Een enkele keer zie je echter dingen of krijg je een reactie van een kind, waarvan je alleen maar hoopt dat je eigen kind nooit, maar dan ook nooit zo'n reactie zal geven naar een volwassenen. Jammer genoeg valt het me op dat je steeds meer van zulke kinderen in onze maatschappij ziet. Ouders schuiven dat af als mondigheid, daar waar het vroeger nog gewoon brutaal werd genoemd. Natuurlijk vind ik dat je kinderen moet leren om voor zichzelf op te komen, maar om je kinderen te leren dat ze terug moeten slaan als iemand ze slaat, is voor mij niet de juiste oplossing. Natuurlijk hoeven onze kinderen zich niet zomaar te laten slaan, maar waar is het fatsoen om dit op een normale manier uit te praten. En lukt het niet tussen de kinderen onderling, dan zijn er nog de ouders die op een volwassen, nette manier met elkaar kunnen praten, toch? 

Blijkbaar is dat een gedachte die langzaamaan aan het uitsterven is, want soms hoor en zie ik ouders tegen hun kinderen praten, dan kan ik alleen maar met open mond staan kijken. Een betere wereld begint toch nog altijd bij jezelf of niet? Maar als ik moeder dan op een ronduit ordinaire manier hoor staan schreeuwen, dan kan ik alleen maar hoofdschuddend toekijken. Vaak hebben die ouders een totaal verkeerd beeld van hun kinderen. Zij denken vast dat zij hele gevoelige, sociale en net opgevoede kindertjes hebben, maar niets is minder waar. Het zijn kleine stiekeme snotaapjes, die geen fatsoen in hun donder hebben en alles stiekem doen. En als er iets is waar ik heel slecht tegen kan, dan is het stiekeme kinderen. Natuurlijk halen kinderen geintjes uit, soms zelfs rotstreken, maar ben dan in ieder geval eerlijk. Ik heb er minder moeite mee als een kind eerlijk er voor uit komt dat hij of zij iets heeft gezegd of gedaan, dan dat er hard wordt weggerend of dat een kind glashard staat te liegen. Als ouders zijnde leer je je kinderen toch om eerlijk te zijn? Eerlijkheid duurt nog altijd het langst. Of zijn de kinderen thuis ook niet altijd eerlijk en vinden de ouders dat allang best? Zolang zij, als ouders zijnde, maar geen last hebben van hun kinderen? Wat anderen er van vinden, interesseert ze niet. Of zoals Bart het zo mooi kan zeggen, sommige mensen geven hun kinderen alleen voeding, die hebben zelf ook alleen maar voeding en geen opvoeding genoten.

Het enige wat ik me kan bedenken is dat deze ouders niet alleen een totaal verkeerd beeld van hun kinderen hebben, maar ook een totaal verkeerd zelfbeeld. Zij zullen zichzelf vast zien als sociale mensen, die op een nette manier hun mening uiten en niet met zich laten sollen. Zij zullen vast vinden dat ze hun kinderen mondigheid bijbrengen en leren om voor zichzelf op te komen. Misschien is dit ook wel de manier waarop ze denken dat hun kind later in de maatschappij ver kan komen. Misschien interesseert het ze helemaal niks hoe hun kind met andere omgaat, omdat ze het zelf ook op die manier doen en hun kind ook niet beter weet.
 Waar een kind dan op de sociale ladder staat is niet belangrijk. Dochterlief heeft toch een goede baan? Zoonlief heeft toch een leuk huis? Maar zie ik het dan zo verkeerd? Misschien komen onze kinderen wel niet zo ver, maar wat is er nu belangrijker?  Sociaal, vriendelijk, beleefd, begripvol, respecterend en behulpzaam of stiekem, brutaal, egoïstisch, onfatsoenlijk en ordinair. Ik denk dat ik toch wel weet waar ik voor zou kiezen, jullie ook? 





Riedelritueel

Soms vraag ik het me weleens af. Hoe heb ik toch ooit kunnen denken dat het wel meeviel met Daan? Nou ja, eigenlijk niet met Daan, maar meer met zijn beperking. En dan niet zomaar zijn algehele beperking, want dat kan altijd erger. Nee, ik bedoel zijn, soms ronduit irritante tics. De 'riedeltjes' die hij steeds maar weer herhaalt. 'Poes heeft mij gekrabt', 'ik hoef nie naar swemles' enzovoorts. De geluiden tics. Handen klappen, hummen, mamaaaaaaa, grommen vanuit je keel, wiebelvingers, kloppen op je rug, aantikken op je arm.. Maar ook de dwangmatigheid van wat wel en vooral wat niet op de stoel mag liggen als hij er in wil gaan zitten. De manier waarop je aan tafel gaat zitten. De deur tig keer aantrekken en steeds weer opnieuw sluiten. Het lijkt wel of het zich steeds meer aan het uitbreiden is. en dat het ook steeds moeilijker af te kappen is. Vroeger kon je nog wel eens zeggen, 'klaar nu', maar ook dat werkt allang niet meer. 

Op dit moment heeft Daan de onhebbelijke gewoonte om zijn stoel vier, vijf keer aan te schuiven, zodat hij met zijn buik tegen de tafel zit. De eerste keer zit hij al met zijn buik tegen de tafel, maar blijkbaar moest hij nog een centimetertje naar rechts, want hij schuift zijn stoel achteruit en trekt zich wederom aan. Dit herhaalt hij zo'n vijf keer en dan zit meneer toch eindelijk goed. Op zich niet zo erg, maar ik zit naast hem en heb al vijf keer een poging gewaagd om een hap in mijn mond te stoppen, maar met iedere aanschuiving stoot hij weer tegen mijn arm en kan ik opnieuw beginnen. 'Solly mama' zegt hij dan, dat dan weer wel. 

Of zijn ochtendritueel van de afgelopen tijd. Daan wordt wakker, hij komt dat keurig tegen ons vertellen. Daarbij doet hij het grote licht meteen aan en duwt de deur dicht. Met zo'n harde klap dat zelfs de buren gehoord moeten hebben dat de deur dicht is, maar naar zijn idee is de deur niet goed dicht en dus herhaald hij dit nog een keer of vier. Nadat hij heeft gezegd dat hij wakker is en op zijn kamer gaat spelen, verlaat hij de kamer. Het licht laat hij aan, de deur wordt weer op dezelfde manier vier keer gesloten. Hij loopt naar zijn kamer en daar herhaalt het verhaal met de deur zich weer vier keer. Zo kan het dus gebeuren dat we, nog voor de wekker af is gegaan, wakker zijn. De eerste deur die op zolder opengaat en de eerste stapjes op de trap zijn al te horen. Daan speelt ondertussen luidruchtig op zijn kamer met een autootje dat steeds weer tegen de deur botst en ook bij Gijs gaat langzaamaan de deur open. Nog geen zes uur in de ochtend en drie van de vier kinderen zijn wakker, wijzelf bedenken ons dat we die avond echt vroeger gaan slapen en Daan komt tien minuten na zijn ritueel de kamer uit en zegt doodleuk 'ik heb goed uitgeslapen'.  Nou Daan, daar zijn de meningen over verdeeld.

Vervolgens gaan we naar beneden. Nadat we de discussie over wel/niet school, wel/niet boerderij, wel/niet zwemmen, wel/niet weekend hebben gehad met hem. Eenmaal beneden blijkt hij de taak van tafeldekken te hebben die dag. Ook weer discussie, een hoop gemopper, geschreeuw en 'is niet waar' van Daan zijn kant. Meneer geattendeerd op zijn pictobord en ineens valt het kwartje. 'Ik is helpend handnietje' zegt hij met een brede lach en hij ruimt de koelkast leeg en zet alles, maar dan ook alles op tafel. Na het eten en de rest van zijn ochtendprogramma, komt de taxi. Hij opent de deur en nog voor de taxichauffeuse goedemorgen kan zeggen, roept hij in de deuropening al 'ik hoef nie naar swemles'. Wat de link met de taxi daarbij is, is voor ons nog steeds niet duidelijk. 

Ik vraag me af hoe dit op school gaat. Laat hij zich daar wel sturen of afremmen? Of doet hij daar helemaal niet zo? Ik weet wel dat we onszelf continue bewust moeten zijn van ons gedrag. Voor we het weten, heeft hij een nieuwe gewoonte erbij en die krijgen we eigenlijk niet meer afgeleerd. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Voor we er erg in hebben is iets er al in geslopen en is het alweer een gewoonte voor hem. En zie hem daar dan maar eens vanaf te brengen. Meneer weet namelijk erg goed wat hij wel en niet wil. Nu is het tijd voor een kopje thee, waarvoor ik de waterkoker drie keer laat koken, mijn theezakje vier open en dicht heb gedaan en mijn stoel vijf keer aan heb geschoven.